een woord dat in verschillende beteekenissen wordt gebruikt. Men verstaat er onder:
1) Het tot het verzegelen van brieven en andere voorwerpen dienende L. (zegellak), dat in pijpen voorkomt en bereid wordt uit gomlak, met een toevoegsel van terpentijn (voor de geringere soorten van hars), een kleurstof en eenigen riekenden balsem;
2) een vloeistof, uit kopal, barnsteen of asphalt bereid met de eene of andere drogende vette olie en toevoegsel van terpentijn. Zoodanig L. (lakvernis, zie ook Vernis) gebruikt men tot liet bedekken van allerlei met verf overstreken voorwerpen, die dan door het drogen van het doorschijnend L. een glanzige oppervlakte verkrijgen, die tevens het indringen van vocht verhindert. De naam verlakt wordt hieraan gegeven. Het chin. en jap. verlakt wordt gemaakt uit plantensappen, bij het eerste van de Augia Chinensis, bij het andere van de Rhus Yernix;
3) bezigt men het woord bij lakverven, droge verfstoffen zooals karmijn-L., florentijnsch L. en andere.