poolsch graveur en beeldhouwer, geb. te Konskawola 1890, overl. te Rome 1866, broeder van den vorige, studeerde te Parijs bij David d’Angers, werd tot graveur van de munt te Warschau aangesteld, maar na 1831 verbannen. Voornaamste werken: Het standbeeld van Napoléon I te Lyon; de Geniën van de lente (Louvre), het Praalgraf van Lubiensky, twee Madonna’s (Warschau), het Praalgraf van Skrynicky (Florence).
Severinus O., broeder van beide vorigen, maakte naam als graveur van medailles, munten en landkaarten. Hij was directeur van de lithografische inrichting van de Poolsche bank te Warschau, het lithografische instituut dier stad en van de Munt aldaar.
