Gepubliceerd op 23-02-2021

Kwast

betekenis & definitie

is de naam van verschillende nederlandsche toonkunstenaars van wie de meest bekende zijn:

Jan Albert K., geb. 1851 te Purmerend. Hij studeerde aan de koninklijke muziekschool te ’s-Gravenhage en het conservatorium te Keulen; werd dirigent eerst in verschillende kleinere plaatsen in ons land, daarna te Arnhem van het Arnhemsche orkest, vertrok naar het buitenland, was o.a. dirigent te Warschau, Kreuznach, Keulen, Frankfort, Essen, keerde in het vaderland terug (1897), en was orkestdirecteur te Amsterdam bij de Ned. Opera van C. v. d. Linden, daarna bij het Lyrisch tooneel, het Rembrandttheater en de Nieuwe Ned. Opera. In 1904 kwam hij in de plaats van M. Heuckeroth weder aan het hoofd van het Arnhemsch orkest te staan.

Jacob of James K., geb. te Nijkerk 1852, ontving eerst onderricht in zijn geboortestad van zijn vader, dan van Böhme te Dordrecht en studeerde vervolgens aan het conservatorium te Leipzig, onder Reineke en Richter te Berlijn, onder Kullah en Würst en te Brussel onder Gevaert en L. Brassin. In 1874 volgde hij Gerrnsheim op als leeraar aan het conservatorium te Keulen en ging van daar naar dat te Frankfort a/M. als leeraar der klavierklasse, wat hij thans nog is. Voor een dergelijk professoraat aan het conservatorium te Moskou, dat hem in 1892 werd aangeboden, bedankte hij.

Barend K., geb. 1854 te Purmerend, verbleef als muziekmeester en dirigent te Leeuwarden, Arnhem, Emmerik, Kreuznach en ten slotte te Amsterdam, waar hij geruimen tijd muziekrecensent was van ,,De Amsterdamsche Courant” en thans (sedert 1903) muziekaal medewerker is aan ,,De Nieuwe Courant”.

< >