Hyrax, een weinige soorten tellend geslacht van zoogdieren, dat men op grond van zijn bijzonder maaksel wel tot een afzonderlijke orde verheven heeft. Het zijn kleine, uitwendig veel op een knaagdier, bijv. een marmot, gelijkende bergbewoners van Syrië, Arabië en Afrika, die troepsgewijs in de holten en spleten der naakte gesteenten leven, bij het minste gevaar in hun schuilhoeken verdwijnen en zich met planten voeden.
Hun tandstelsel en het maaksel van hun schedel stemmen volkomen overeen met dat der rhinocerossen, hoewel zij van deze dieren verschillen doordat aan de voorvoeten niet alleen vier vingers maar daarenboven een rudimentaire duim voorkomt, verder door den geringeren ontwikkelingsgraad der hoeven en door den klauwvormigen nagel aan den binnensten teen der drievingerige achtervoeten; en ook doordat zij een behaarde huid hebben. De naaste verwanten der klipdassen zijn dus, in weerwil dezer verschillen, merkwaardigerwijze de dikhuidigen. Daar er evenwel geen overgangsvormen tusschen de kleine klipdassen en genoemde reusachtige veelhoevigen bekend zijn, staan de klipdassen in de zoogdierwereld volkomen geïsoleerd. Onder de soorten die men aanneemt zijn de kaapsche K. (Hyrax capensis), die in Kaapland en tot in Abyssinië gevonden wordt, en de Syrische K. (H. syriacm), inheemsch in Palestina, Syrië en' de kustlanden der Roode zee, de bekendste.