duitsch Cleve of Kleve, stad, hoofdplaats van den kreits Cleve (in 1900: 59.641 inw.) van het pruisisch regeeringsdistrict Düsseldorf, en van het voormalig hertogdom K., ligt 5 km. van den Rijn en 7 km. van de nederlandsche grens, aan het riviertje Kermisdal (een overblijfsel van een omstreeks het jaar 1000 na Chr. verzanden arm van den Rijn), aan de spoorlijnen Zevenaar—Keulen en Nijmegen—K. (27 km.); is gebouwd op drie heuvelen (Kirch-, Schloss-en Heideberg), omgeven door fraaie parken, telde in 1900: 14.684 inw. (voor het meerendeel r.-kath.), gymnasium, mooie r.-kath. hoofdkerk in gotischen stijl (1341—1425 gebouwd), met de graven van vele graven en hertogen van K.; in het midden der stad op een steile hoogte her voormalig hertogelijk residentieslot, Zwanenburcht geheeten (thans zetel van het kantongerecht en gevangenis), met 56 m. hoogen Zwanentoren (1439 gebouwd). Aan de sage van den zwanenridder (door Rich.
Wagner in de opera „Lohengrin” uitgewerkt), herinnert sedert 1882 een fraai monument op de Kleine Markt. In het n.o. der stad ligt het Prinsenhof, 1644 voor Maurits «van Oranje-Siegen (keurbrandenburgsch stadhouder van K.) gebouwd, thans hotel. Ten w. der stad loopt langs den spoorweg naar Nijmegen de heuvelreeks der Tiergarten, met vele fraaie parken. Het Reichswald, 4 km. van K., is het grootste bosch van Rijnland (70 km.2). K. is sedert de 11de eeuw door het bevaarbare Spoykanaal met den Rijn verbonden en heeft een haven, ijzerindustrie en fabrikage van sigaren, leer en wollen stoffen.Het voormalig hertogdom K., dat tot den westfaalschen kreits van het duitsche rijk behoorde, en op 2200 km.2 grond 100.000 inw. telde, in de oorlogen der oostelijke graafschappen van ons land veel genoemd, behoort thans tot het pruisisch regeeringsdistrict Düsseldorf.
