Kerkleeraars

betekenis & definitie

(lat. doctores ecclesiae) volgens katholiek spraakgebruik te onderscheiden van Kerkvaders (zie ald.) als de uitstekendste dragers der zuivere leer onder laatstgenoemden zelven alsmede onder de godgeleerden der middeleeuwen. Van de oude godgeleerden rekent de r.-k. kerk tot de K. de Latijnen Ambrosius, Augustinus, Hieronymus, Leo den Grooten, Gregorius den Grooten, Hilarius; de Grieken Athanasius, Basilius, Gregonius van Nazianze, Johannes Chrysostomus, Cyrillus van Alexandrië; van de latere theologen behooren tot de K.: Johannes Chrysorrhoas (Damascenus), Thomas van Aquino, Bonaventura, Bernardus e.a.; de laatste, die onder het getal K. werd opgenomen is Alfonsus de Liguori.