syrische monnik, zoon van een priester in Telia, trad in het naburige klooster Pesilta op den berg Izala en werd 543 na een 15-jarig verblijf te Constantinopel door den verbannen monophysietischen patriarch van Alexandrië, Theodosius, tot bisschop van Edessa met jurisdictie over geheel Syrië en Klein-Azië gewijd. Gedurende zijn 35-jarige ambtsvervulling heeft hij door onophoudelijke voetreizen in alle deelen van zijn uitgestrekt diocees, naar Constantinopel en Alexandrië, door invoering eener nieuwe kerkregeling en het aanstellen van tal van geestelijken, bovenal door het wederom bezetten van het patriarchaat van Antiochië, de kwijnende kerkgemeenschap der Monophysieten tot nieuwen bloei gebracht; hij wordt dan ook als de tweede stichter dier kerk gevierd en de syrische Monophysieten noemden zich naar hem Jacobieten (zie ald.).
Den bijnaam Burdecana, arab. Baradad (waarmee de grieksehe vorm Baradaios overeenkomt), kreeg hij van zijn uit de grove stof van paardedek vervaardigd kleed, dat hij op zijn reizen zoo lang droeg tot het in lompen uiteenviel; de Grieken noemden hem Zanzalos. Hij overl. in 578. Vergel. H. G. Kleyn, Jacobus Baradaeus, de stichter der Syrische monophysietische kerk (met arab. tekst, Leiden 1882).