Gepubliceerd op 23-02-2021

Isopoda

betekenis & definitie

de Pissebedden, soortenrijke onderafdeeling van de orde der Ongesteeldoogigen, bevattende schaaldieren met een meestal afgeplat lichaam en een verkort na-achterlijf met hoogstens 6 ringen, waaraan bladerige kieuwen staan. De I. hebben 7 vrije ringen, waarvan 2 tot de eigenlijke borst en 5 tot het voor-achterlijf behooren.

Elk dezer ringen draagt een paar pooten; bij de wijfjes bevinden zich daaraan bladvormige aanhangsels, die een broedholte voor de eieren en voor de daaruit gekomen jongen vormen. De kieuwen der I. zijn geplaatst aan het na-achterlijf en vertoonen zich als dubbele plaatjes, die gewoonlijk dakpansgewijs over elkander liggen. Bij die soorten, welke steeds in het water leven, zijn beide plaatjes teeder, doch bij de op het land levende I. is het voorste van elk paar dik en hoornachtig. Deze veranderde plaatsing der kieuwen gaat gepaard met een meer achterwaartsche plaatsing van het ruggevat (zie Gelede dieren). Het laatste paar der na-achterlijfsledematen is stijlvormig verlengd of plaatvormig verbreed en vormt met het eindsegment een soort van staartvin. De I. verschillen onderling zeer in woonplaats en levenswijze.

Terwijl sommige zich op het droge of op vochtige plaatsen in de lucht ophouden, leven de meesten in het water, hetzij vrij of parasitisch op andere dieren (op de huid en de kieuwen van andere schaaldieren of van visschen). Naar gelang de soorten een staartvin hebben of niet en een vrij of een parasitisch leven leiden, kunnen de familiën der I. vereenigd worden tot een drietal grootere groepen, n.l.1) I. ambulatoria, familiën: landpissebedden, Oniscidae, waterpissebedden; Asellidae, zie ald.;
2) I. natatoria, familiën: Sphaeromidae, Cymothoadae, zie bijv. Anilocra;
3) I. parasitica, familie: Bopyridae, zie ald.

< >