Gepubliceerd op 28-02-2021

Isaac newton

betekenis & definitie

de grondlegger der theoretische sterrenkunde en van de nieuwere wiskundige natuurkunde, geb. 5 Jan. 1643 te Woolsthorpe in het eng. graafschap Lincoln. Hij studeerde te Cambridge, was weldra het geheele gebied der toenmalige wiskunde meester en deed reeds als student verschil!, wiskundige ontdekkingén (o. a. dat het blnomium niet slechts voor positieve, maar ook voor negatieve en gebroken exponenten geldt).

In 1669 volgde hij Isaac Barrow op als hoogleeraar in de wiskunde aan de universiteit in genoemde stad en in 1672 werd hij lid der Royal Society. Intusschen had hij reeds in 1665 de wet der algemeene zwaartekracht ontdekt, doch wijl hare toepassing op de I. Xhwtox. beweging der maan foutieve uitkomsten opleverde (wegens de gebrekkige kennis van de afmetingen der aarde), maakte hij zijn ontdekking toen nog niet bekend, en ging met de daarop betrekking hebbende onderzoekingen eerst weer voort omstreeks 1682, toen het door de graadmeting van Picard mogelijk was geworden de middellijn der aarde meer nauwkeurig te berekenen.De resultaten van zijn arbeid op dit terrein verschenen vijf jaar later in druk, onder den titel Philosophiae naturalis principia mathematica, welk werk behalve de geheele leer der gravitatie ook eene theorie van de breking des lichts (de z.g. emissie-theorie, waarbij werd aangenomen, dat de lichtgevende lichamen uiterst fijne deeltjes zouden uitstooten, welke theorie echter de vlag moest strijken voor de undulatis-theorie (Huygens, Hooke, e. a.), waardoor de verschijnselen van het licht door golvingen van den aether worden verklaard), en de leer van de voortplanting van het geluid behelst. N., die verder nog o. a. de differentiaalrekening uitvond, nam ook levendig deel aan het politieke leven; hij vertegenwoordigde eenigen tijd de universiteit Cambridge in het parlement en zag zich later aan het hoofd der rijksmunt geplaatst (1699). Hij overl. 31 Maart 1727 te Kensingion bij Londen en werd bijgezet in de Westminster-abdij. N.’s voornaamste werken zijn, behalve het reeds genoemde: Opties, or a treaiise on the reflexions, refractions, inflexions and colours of light (1704, bevattende de resultaten van zijn optische onderzoekingen en onder ’s schrijvers toezicht door Clarke in het latijn vertaald), Arithmctica universalis (1707), Methodus differentialis (1711), Analysis per aequationes numero terminorum infinitas (1710). Na zijn dood verschenen nog zijn Observations on the Prophecies of Daniël and the Apocalypse of SI. John (1733), waarin zijn heldere geest zich tot mystieke droomerijen liet verleiden.

< >