1) Graafschap van Engeland, dat zich langs de kust uitstrekt van de Wash tot aan de Humber, die het van Yorkshire scheidt, begrensd ten o. door de Noordzee, ten z. door de graafschappen Cambridge, Northampton en Rutland, ten w. door de graafsch. Nottinghamshire, Leicester en York.
De grond is vlak, behalve in het n.o., waar een lage heuvelrij loopt; in het o. en z. vindt men veel moeras- en laaglanden. De voornaamste rivieren zijn Trent, Welland, Witham en Ancholme. Door de verbeteringen, die in den landbouw zijn aangebracht is het graafschap een der meest vruchtbare van het rijk geworden. De voornaamste voortbrengselen zijn: haver, tarwe, boonen, gerst, hennep enz. Daar er veel meer wei- dan bouwland is, vindt men er veel en goed rundvee, schapen en paarden. De voornaamste steden zijn: Lincoln, Boston, Grantham, Stamford en Great-Grimsby; 474.000 inw.2) Engelsche stad en hoofdplaats van het graafschap Lincolnshire, waarin het een graafschap op zich zelve uitmaakt (City-county), aan de Witham, o.n.o. van Derby, aan een kruispunt van spoorwegen. De stad heeft een kathedraal, die een van de schoonste kerkelijke gebouwen van Engeland is, een oud bisschoppelijk paleis, een kostbare bibliotheek, een poortweg, die misschien het volmaakste is wat er nog van romeinsche bouwkunst in Engeland aanwezig is, verscheidene ruïnen van kloosters en kerken, verder een gymnasium, een krankzinnigengesticht, een unie7werkhuis, een schouwburg en veel brouwerijen; 43.000 inw.
3) Graafschap in Britsch-Amerika, provincie Z.-Canada.
4) Stad in den staat Illinois, Ver. Staten, aan verscheidene spoorwegen, 7000 inw.
5) Stad in den staat Nebraska, Ver.-Staten, kruispunt van spoorwegen, met een universiteit en fabrieken van ijzerwaren, 54.000 inw.
6) Stad en haven in de kolonie Z.-Australië, N.Holland, onder 34° 48' Z.B. en 135° 2' O.L.
