Gepubliceerd op 20-01-2021

Cambridge

betekenis & definitie

1) ook Cambridgeshire of Cambs. Graafschap van z.o.

Engeland, tusschen Lincoln, Northampton, Huntington, Bedford, Hertford, Essex, Suffolk en Norfolk, 2124 km2., 190.000 inw.; hoofdrivieren: de Nene aan de noordgrens, en de van het w. naar het o. loopende Ouse met de Cam en de Lark; het noordelijk deel van C. behoort tot het Fenndistrict, is rijk aan koren en vee, en goed gedraineerd en bewaterd; de landstreek benoorden de Ouse heet naar de stad Ely Ely-eiland (Isle of Ely), het zuiden is een uit krijt en groenzand bestaand heuvelland; overal sporen van het verblijf der Romeinen; hoofdmiddel van bestaan landbouw en veeteelt; het graafschap zendt drie leden naar het parlement.2) Cambridge, hoofdstad van het gelijkn. graafschap, parlementsborough (twee afgevaardigden), tweede universiteitsstad van Engeland, 45.000 inw.; de stad ligt aan de op twaalf plaatsen overbrugde Cam, en heeft vele onregelmatig getrouwe wijken met nauwe straten en over het geheel een half-middeleeuwsch aanzien; industrie ontbreekt geheel; de stad bestaat hoofdzakelijk van de universiteit; aan bezienswaardigheden bezit zij de universiteitskerk Saint-Mary the Great, de oudste en in grootte de derde van Engeland, het statige Fitzwilliam Museum, het Senate House, de Pitt Press (universiteits-drukkerij), Addenbrooke’s en Hospital enz. — C., onder den naam Cair Grant door de Britons gesticht, heette ten tijde der Romeinen Camboritum, en op het einde der middeleeuwen Grantebrigg of Cantebrigge.

De hoogeschool vormt een zelfstandige gemeente en heeft tegenover de stad vele privilegiën bewaard (licensed lodgings, enz.); zij werd in den aanvang der 13de eeuw ge-

sticht; zij geniet geen staats-subsidie en is geheel vrij ten opzichte van leerplan, inwendig beheer en examens; zij beschikt over twee zetels in liet parlement; aan het hoofd van liet huishoudelijk bestuur staat de Vice-Chancellor, bijgestaan door den Registrary (archivaris), een Commissary, een Librairian enz.; naar buiten wordt de hoogeschool vertegenwoordigd door den Chanecllor, bijgestaan door een Iligb Steward en een Deputy High Steward. Zij heeft 12 bijzondere vakken, die eenigermate met de faculteiten in Nederland overeenstemmen; elk dezer vakken draagt den naam van Special Board of Studies; de 12 Special Boards of Studies zijn die van Divinity, Law, Medicine, Classics, Medieval and Modern Languages, Oriental Studies, History and Archaeology, Moral Science (philosopbie enz.), Mathematics, Phiysics and Chemistry, Biology and Geology, Music. Zij bezit 17 Colleges en 2 zg. Hostels; onder deze zijn Trinity, St. Jolin’s en King’s College de schoonste; het oudste is St. Peters College, meestal Peterhouse geheeten, is 1284 opgericht naar het model van.

Merton College te Oxford; hierop volgen Clare (1326), Pembroke (1347), Gonville and Caius, Trinity Hall (1350) Corpus (Cluïsti (1352) aan hetwelk Krasmus onderwijs gaf in de godgeleerdheid, King’s College (1441), Queens College (1448) waaraan Erasmus den leerstoel der grieksche taal bekleedde, St. Catherine’s (1473), Jesus (1490), Christ’s (1505), St. John’s (1511), Magdalen [1519], Trinity [1540], Emmanuel [1584], Sydney Sussex [1594], Downing College [1800]; in den nieuwen tijd werden 2 Hostels gesticht nl. het streng kerkelijke en goedkoope Selwyn College [1882] en Ayerst Hall [1884] voor arme studenten; twee vrouwen-colleges, ril. Girton College [1873 gesticht] en Newham College [1875 geopend] staan geheel op zichzelf en behooren niet tot de hoogeschool. Alle Colleges zijn geheel zelfstandige internaten met eigen huishoudelijk bestuur. De studeerenden blijven meest 3, zelden 4 jaren in C.; zij heeten het eerste jaar Freslirnan, in liet tweede Junior Soph, in het derde Senior Soph.