Gepubliceerd op 23-02-2021

Iphicrates

betekenis & definitie

atheensch veldheer, was de zoon van een schoenmaker en, ondanks zijn nederige afkomst, als 20-jarig jongeling tot bevelhebber benoemd over de troepen, voor den corinthischen oorlog tegen Sparta (395 —387 v. Chr.) aangeworven, welke hij weldra tot een geduchte macht wist te maken.

Hij voerde een nieuwe bewapening en nieuwe tactiek in het leger in; hij schiep de peltasten (zie ald.), een soort lichtgewapend voetvolk. Zijn groote veldheerstalenten ontwikkelde hij vooral bij de belangrijke overwinning, welke hij in 392 nabij Corinthe op de Spartanen behaalde; in 388 versloeg hij hen nogmaals bij Abydus, in 377 werd hij door den perzischen koning Artaxerxes II, toen deze. den opstandeling Nectanabis in Egypte wilde beoorlogen, met het bevel over het talrijke grieksche huurleger belast, doch verliet, toen hij zich door den ijverzuchtigen satraap Pharnabazus belemmerd zag, heimelijk het leger en keerde in 374 naar Athene terug, om in 372 den door de Spartanen in ’t nauw gebrachten Corcyreërs te hulp te snellen. In den Bondgenootenoorlog weigerde hij in 356 te voldoen aan het verlangen van zijn medeveldheer Chares, die wilde dat hij bij hevigen storm niet ver van Chios een zeeslag zou wagen. Deswege van verraad beschuldigd, ontkwam hij ternauwernood den dood, maar werd tot een hooge geldboete veroordeeld. I. verliet Athene en begaf zich naar Thracië, waar hij omstreeks 352 v. Chr. overleed.

< >