(lat., beelden; enkelvoudig imago) bij de oude Romeinen de van was vervaardigde portretmaskers van overledenen; nadat de lijken daarmede op het forum waren tentoongesteld, werden de I., waarschijnlijk op borstbeelden bevestigd, in kleine kasten (armaria) in het atrium bewaard en zoo gerangschikt en met guirlandes verbonden, dat zij den stamboom der familie voorstelden. In onderschriften (elogia) werden de namen, waardigheden en groote daden van den betrokken persoon aangegeven.
Bij feestelijke gelegenheden der familie werden de guirlandes vernieuwd en de portretten met laurier omkranst; bij lijkplechtigheden werden de I. voor het lijk uitgedragen. Het recht, dergelijke I. te bezitten (ius imaginum) was slechts een voorrecht van hen, die een curulisch ambt (van consul, praetor, curulisch aediel) bekleed hadden, en was erfelijk voor alle mannelijke nakomelingen.