Gepubliceerd op 23-02-2021

Kasten

betekenis & definitie

van het portug. casa, geslacht, stam, soort, afgesloten erfelijke standen, waarvan men alleen door geboorte lid kan worden en die men alleen tengevolge van uitwerping verlaten kan. De naam werd het eerst door de portugeesche veroveraars van O.-Indië voor de aldaar bestaande indeeling des volks in zoodanige erfelijke standen gebruikt.

De oorsprong der indeeling in K. laat zich niet aanwijzen. In het Oosten bestaat die sedert overoude tijden. Bij de Perzen bestond reeds voor den tijd van Zoroaster de verdeeling in 4 K.: priesters of magiërs, krijgslieden, landbouwers en koop- en handwerkslieden. Inzonderheid echter in Egypte en Indië werd de verdeeling in K. aangetroffen; zij vormde daar den grondslag der maatschappelijke inrichting.De Brahmaansche Hindoes zijn volgens het wetboek van Manoe in vier K. verdeeld:

1. de Brahmanen, d. i. de priesters,
2. de Kshatriya of krijgslieden,
3. de Vaisya of landbouwers,
4. de Sudra, de dienende klasse; deze laatste zijn verdeeld in vele (ongeveer 130) gilden, door de Europeanen mede K. genaamd, als visschers, lastdragers, herders enz. Bovendien zijn in Indië vele en talrijke afdeelingen des volks, die buiten het eigenlijke Brahm. kastenstelsel staan, de zoogenaamde Outcasts.

< >