grieksch lyrisch dichter uit de tweede helft der 6de eeuw v. Chr., tijdgenoot van Anacreon, werd te Rhegium in Beneden-Italië geboren, ondernam vele reizen en vertoefde o. m. ook aan het hof van Polycrates van Samos.
Naar luid eener sage werd hij op een zijner reizen door roovers overvallen en vermoord; zijn bedreiging dat de kraanvogels, die bij het plegen dezer gruweldaad voorbijvlogen, hem eenmaal zouden wreken, ging te Connthe in vervulling. Toen daar namelijk in het theater een vlucht kraanvogels voorbijvloog, zeide een der moordenaars tot den andere: „ziedaar de wrekers van Ibicus!” De omzittenden hoorden dit en deelden het mede aan de overheid, die de moordenaars liet terechtstellen.