Gepubliceerd op 23-02-2021

Herulen

betekenis & definitie

(Heruli, Eruli) germaansche volksstam, verwant aan de Sciren, Turcilingen en Rugiën, wordt voor het eerst genoemd omstreeks het midden der 3de eeuw. Oorspronkelijk in het zuiden van Zweden aan de Oostzee woonachtig, zakten zij langzamerhand meer naar het zuiden en treden in de geschiedenis op aan de Zwarte zee, als tocht- en stamgenooten der Goten bij hun aanvallen op de Romeinen.

In de 4de eeuw werden zij na een bloedigen slag onderworpen door den oostgotischen koning Hermanrik; vervolgens onderwierpen zij zich aan de Hunnen en na oplossing van het rijk der laatsten, stichtten zij zelf een rijk aan den Donau. De H. waren een ruw en woest volk, dat zelfs menschenoffers bracht en de ouden van dagen en de zwakken pleegde te dooden. De hulptroepen, die zij den romeinschen veldheeren zonden, hielpen Odoacer in 476 het west-romeinsche rijk ten val brengen. Hun koning sloot een verbond met Theoderik; zij werden echter weldra door de aan hen schatplichtige Longobarden overwonnen en hun rijk verwoest, waarna het overschot van hun volk, na lang omzwerven, in 512 werd opgenomen binnen de grenzen van het romeinsche rijk, terwijl een ander gedeelte zich in Scandinavië ging vestigen. De door de Romeinen in Beneden-Pannonië opgenomen H. bleven, hoewel zij herhaaldelijk getuchtigd werden door de keizers Anastasius en Justinianus (onder wien zij tot het christendom overgingen), een bandeloos volk. Maar als dappere soldaten bewezen zij den Byzantijnen toch belangrijke diensten, vooral bij het bestrijden der Vandalen in Afrika en der Oostgoten in Italië.

Hun naam verdween spoedig uit de geschiedenis. Vergel. Aschbach, Geschichte der Heruler und Gepiden (Frankf. 1835).

< >