een uit de indische hennep gewonnen verdoovingsmiddel, dat in Indië en in het oosten op verschillende wijze bereid wordt; men vermengt b.v. het verpoederde kruid met gom of suiker, en verkrijgt zoodoende vaste massa’s van een groenachtige kleur, of men maakt aftreksels ervan, waaraan men honig, boter en verschillende specerijen toevoegt. De H. wordt gerookt, evenals opium,, en ook wel gekauwd of in dranken gedaan.
Bij geringe hoeveelheden werkt zij opwekkend, en bevordert ook den eetlust; bij' overmatig; gebruik veroorzaakt zij zinsverbijstering en verstijving der ledematen. De H. heeft een aangenamen, doch verdoovenden geur, en een bitteren heeten smaak. Het werkzame bestanddeel van de H. is een harssoort, welke de vrouwelijke plant uitzweet.