gemeente in Gelderland (arrond. Zwolle, kantonshoofdplaats), aan de Zuiderzee en naar de landzijde omgeven door de gemeente Ermelo, is 33½ km.2 groot, behalve een rand klei aan de kust, alles diluvisch zand; de gemeente bevat de stad H., het dorp Hierden en de buurt Tonsel, en telde 1 Jan. 1902: 7231 inw. (w.o. circa 5200 nederl.-herv., 700 r.-kath., 150 israël., enz.).
Kiesdistrict Apeldoorn; personeele belasting: stad 7de en overig deel 9de klasée.De stad H., met een verzande haven aan de Zuiderzee, vroeger een der belangrijkste steden der provincie, is thans een der centra van het visschersbedrijf aan de Zuiderzee; zij heeft een raadhuis met antieke vergaderzaal, tal van kerken, ruime pleinen, visscherij, bokkingrookerijen (harderwijker bokking), palingrookerijen, vischzouterijen, eenige industrie, winkelnering. Te H. is gevestigd het koloniaal-werfdepöt (voor de aanwerving en uitzending van troepen tot aanvulling van de strijdkrachten in ’s Rijks overzeesche bezittingen) ; verder een kantongerecht, welks rechtsgebied zich uitstrekt over de gemeenten Doornspijk, Elburg, Ermelo, H., Nijkerk en Putten. H. was tot 1129 een open plaatsje; in genoemd jaar liet graaf Otto II het bemuren; deze zelfde graaf schonk het in 1231 enkele voorrechten en sedert werd het onder de steden gerekend. In de latere middeleeuwen en nog daarna was H. een belangrijke koopstad, met scheepvaart op de havens der Oostzee en van Engeland. Reeds in de 14de eeuw was te H. een school gevestigd, die later den naam droeg van „doorluchtige schole van het kwartier Veluwe” en in 1600 van prins Maurits den titel Gymnasium Nassavico-\elavicum ontving; dit gymnasium werd in 1647 tot hoogeschool verheven, vdie in 1815 werd opgeheven en vervangen door een athenaeum, dat echter slechts tot 1818 bestond.