oude residentie der phrygische koningen (ten tijde van Augustus Juliopolis), volgens de sage gesticht door Gordius. Terwijl deze, een eenvoudig landman, op zijn akker aan het ploegen was, ging een adelaar op het juk zitten, welk teeken door een waarzegster uit Telmissus voor een aanwijzing van een aanstaande koninklijke waardigheid verklaard werd, een uitlegging die weldra bewaarheid werd; de Phrygiërs n.l., aan wie het orakel bevolen had dengene tot hun koning te kiezen, die hun het eerst op een wagen gezeten, op den weg naar den tempel van Jupiter zou ontmoeten, kwamen Gordius tegen en riepen hem tot koning uit; hij werd de stamvader eener dynastie.
De gelukaanbrengende wagen werd in den tempel gewijd en het juk met zulk een verwarden knoop aan den disselboom vastgemaakt, dat het orakel de heerschappij der wereld aan hem beloofde, die in staat was dien knoop los te maken. Alexander de Groote hakte hem met zijn zwaard door, of volgens anderen maakte hij hem werkelijk los door het uittrekken van de pin (in de lente van 333 v. Chr.). Van 8 Mei tot 26 Aug. 1990 werden hier onder leiding van de gebroeders Alfred en Gustav Korte met ondersteuning van de duitsche en de ottomaansche regeering uitgravingen verricht, waarvan de resultaten in het „Jahrbuch des Deutschen Archaolog. Instituts” gepubliceerd werden.
