Gepubliceerd op 17-02-2021

Gobius

betekenis & definitie

L., een geslacht van doornvinnige visschen van de familie der grondelachtigen, Gobioidei, bevattende kleine grondels, van een langwerpige lichaamsgedaante; twee rugvinnen. Het geslacht bevat eenige honderden soorten, en is zoowel in de gematigde en warme zeeën beider halfronden als in de rivieren vertegenwoordigd.

De kleinste soort, de dwerggrondel, G. laticeps, is 4 centim. lang en komt inzonderheid voor aan de kust van Normandië; een der grootste is G. capito, een zeevisch van hoogstens 27 centim. lengte; G. niger (Noordzee, ook op onze kusten) wordt gegeten, G. setosus en G. criniger gelden als vergiftig. Sommigen maken nésten van zeeplanten, ter bescherming van de kuit, die door anderen aan schalen van oesters en andere lamellibranchen wordt toevertrouwd.

< >