1) Landkreits in het pruisisch regeeringsdistrict Düsseldorf, 228 ⅓ km.2 groot, in 1900: 127.899 inw., in 4 steden en 11 landgemeenten.
2) G., ook München-Gladbach (M. Gladbach) geheeten, stad en stadskreits, aan de spoorlijnen Aken—Düsseldorf, G.—Dahlheim (21 km.), G. —Venlo (31 km.), G.—Krefeld—Duisburg (44 km.), Rheydt—Krefeld, in 1900: 58.023 inw. (tegen 7080 in 1816, 13.965 in 1858 en 37.387 in 1880); ruiterstandbeeld van Wilhelm I (van Eberlein, 1897), bronzen standbeeld van Bismarck (van Schaper, 1899), 9 r.-kath. kerken, waaronder de mooie overoude Münsterkirche (krypta 8ste eeuw), 1 evangelische kerk, paritetisch gymnasium (1315 door de Benedictijnen gesticht) met pedagogisch seminarie. G. is de hoofdzetel der Rijnlandsche katoen-industrie en heeft een 30-tal spinnerijen met omstreeks 160.000 spillen; verder allerlei andere industrie. De naburige landgemeente G. telde 1901: 15.632 inw. G. is met de ten tijde van Karel den Groote (793) gestichte vermaarde Benediktijner abdij ontstaan. Op het einde der 18de eeuw werd er de katoenweverij en in 1807 de katoenspinnerij begonnen.
3) G. of Bergisch-Gladbach, stad in den kreits Mülheim van het pruisisch regeeringsdistrict Keulen, in 1900: 11.435 inw.; allerlei industrie.