nederl. godgeleerde, 1785—1840, was op onderscheidene plaatsen als predikant werkzaam, in 1818 te Amsterdam, aldaar in 1827 hoogleeraar in de theologie aan het athenaeum. Behalve zijn inaugureele oratie De indóle réligionis christianae in qualibet formae varietate perpetuo spectabili, neque unqnam peritura (Amst. 1827), heeft hij een Godsdienstige rede bij het tweede eeuwfeest der doorluchtige school van Amsterdam (Amst. 1832) in het licht gegeven, terwijl het „Christelijk Maandschrift” een menigte keurige opstellen van zijn hand bevat. ^
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk