George noel cordon byron

betekenis & definitie

(lord) Engelands grootste dichter sinds Shakespeare en Milton, geb. te Londen, 22 Jan. 1788, overl. 19 April 1824 te Mesolongion, waar hem een praalgraf werd opgericht; zijn lijk werd door graaf Pietro Gamba naar Engeland overgebracht, waar het in de dorpskerk van Hucknall bij Newstead-Abbey werd bijgezet; zijn bronzen standbeeld aan de oostingang van Hyde-Park te Londen werd in 1879 onthuld; hoofdwerken: Hours of idleness (1807), Childe Harold’s pilgrimage(\812,— '8), The Giaour, The bride of Abydos; The Corsair; Lara; Parisina; The siege of Corinth; The prisoner of Chillon( 1 "16), Manfred (1817), The Lament of Tasso (1817), Beppo (1818), Mazeppa (1819), Marino Faliero; The ttooFoscari; Gain; Sardanapalus; Heaven and Earth; The deformed transformated; Werner (1820—22); Don Juan (1821—23), The Island (1823).