Gepubliceerd op 23-02-2021

Ferdinand hiller

betekenis & definitie

duitsch muzikus, geb. 24 Oct. 1811 te Frankfort a/M. uit israëlietische ouders, leerling vooral van Hummel te Weimar, trad reeds op zijn 10de jaar als pianist en op zijn 17de als componist op, verbleef van 1829—36 te Parijs, waar hij de muziek van Bach en Beethoven in eere bracht, begaf zich naar Italië, waar zijn opera Romilde te Milaan werd opgevoerd, in den winter van 1839—40 naar Leipzig, waar zijn oratorium Die Zerstörung Jerusalems grooten bijval vond, hield zich afwisselend in Italië, te Frankfort, Leipzig en vooral Dresden op, waar zijn opera’s Der Traum in der Christnacht (1844), Konradin, der letzte Hohenstaufe (1847) het eerst werden opgevoerd, was 1847—50 muziekdirecteur te Düsseldorf, daarna kapelmeester te Keulen, en overl. ald. 10 Mei 1885.

< >