Gepubliceerd op 14-03-2021

Weimar

betekenis & definitie

hoofdstad van het groothertogdom Saksen-Weimar, aan de Ilm, in 1900: 28.489 inw.; residentieslot (1790—1803 gebouwd), bibliotheek (180.000 boekdeelen); hoofdkerk (1400 gebouwd), op het plein daarvóór het standbeeld van Herder, hofschouwburg, daarvoor het Goethe-Schiller standbeeld (van Rietschel, 1857), gotisch raadhuis, museum, GoetheSchiller archief, groot park, vorstelijke grafkelder, blinden- en doofstommen-instituut, opbloeiende industrie, wol- en veehandel. In de nabijheid de lustsloten Belvedère en Tiefurt.

< >