Fedor, russische vorm van Theodoor, naam van drie russische czaren:
Feodor I. zoon van Iwan den Verschrikkelijke, geb. 11 Mei 1557, regeerde van 18 Mrt 1581 tot 7 Jan. 1598; zwak van lichaam en van geest, en zich bijna uitsluitend met godsdienstige oefeningen bezighoudend, liet hij de regeering geheel over aan zijn zwager, Boris Godunow. F. was de laatste afstammeling van Rurik op den russischen troon en hij werd opgevolgd door genoemden Godunow7, nadat deze F.’s broeder Demetrius had doen ombrengen.
Feodor II, zoon van Boris Godunow7, geb, 1 >89, volgde zijn vader 13 April 1605 op, werd echter reeds 10 Juni des zelfden jaars vermoord, nadat zijn leger, onder Peter Bassmanow7, op 10 Mei zijn zijde had verlaten; de eerste valsche Demetrius kwam nu op den russischen troon.
Feodor III, oudste zoon van czaar Alexei, geb. 8 Juni 1656, regeerde van 28 Jan. 1676 tot 27 April 1682, en beoorloogde met wisselend geluk de Polen en de Turken; hij maakte een einde aan de rang-geschillen van den adel, door de geslachtsregisters te laten verbranden. Hij stierf kinderloos en werd opgevolgd door zijn stiefbroeder, Peter I.
