Gepubliceerd op 14-03-2021

Engelbertus de waal

betekenis & definitie

nederl. publicist, geb. 1821; 1837—58 ambtenaar in Nederl.Indië, (laatstelijk directeur der domeinen en middelen), 1868—70 min. van koloniën (in het kabinet Foek-Van Rosse); gedurende zijn ministerschap kwam tot stand o. a. de agrarische wet (van 9 April 1870), alsmede de wet tot regeling van de suikercultuur op Java (in de richting van geleidelijke inkrimping en eindelijke opheffing van de tusschenkomst der regeering in deze cultuur); ook werd door hem de pandhuispacht afgeschaft (1870, tien jaar later weer ingevoerd). Sinds 1870 leefde hij ambteloos en overl. 1 Juli 1905.

Voorn, werken: Nederlandsch-Indiè in de Stat en-G ener aal sedert de grondwet van 1814 (3 dln., Den Haag 1861), De koloniale politiek der grondwet en hare toepassing tot 1 Febr. 1862 (Den Haag, 1863), Aanteekeningen over koloniale onderwerpen (I—XII, ald. 1865—68), Onze Indische financiën (I—XII, 1876—84).

< >