Gepubliceerd op 20-01-2021

E

betekenis & definitie

e, vijfde letter en tweede klinker van het grieksche, latijnsche, nieuw-latijnsche en germaansche alphabet (in het slawische alphabet is zij de zesde letter), wordt in het nederl. verschillend uitgesproken, in hoofdzaak op drieërlei wijze, nl. lang (beer, weten), kort (ver, el), en toonloos (gedachte). De E is afgeleid van de vijfde letter van het phoenicische alphabet, de He; de Phoeniciërshadden deze letter van de egyptische hieratiek; He, oorspronkelijk een halfklinker, verbasterde in het grieksch tot een klinker. In verschillende talen worden bij de e teekens gebezigd, om de waarde aan te geven (é, è, o, ë); in de slawische talen geeft een omgekeerd circonflexteeken boven de e aan dat zij den gemouilleerden klank heeft; het cedilleteeken dient in het poolsch om de nasalisatie der e aan te geven. De e behoort tot de veelvuldigst voorkomende letterteekens. Het teeken & is een saamtrekking van e en t en beteekent en. Als klank houdt de e het midden tusschen a en i; de korte e nadert meer de a, de lange de i. De e-klank ontstaat doordat tong en gehemelte matig worden opgeheven, waarop de toon zich door het aldus gevormde kanaal een weg baant.

Als afkortingsteeken staat de E of e in. romeinsche handschriften voor Ennius, egregius, emeritus, est, evocatus enz. E op duitsche rijksmunten van 1872—86 geeft te kennen dat het stuk te Dresden is geslagen; jongere rijksmunten met een E gemerkt zijn te Éreiberg geslagen. E op andere pruisische munten beteekent: geslagen te Koningsbergen, op oostenrijksche: te Karlsburg (in Zevenburgen), op fransche. te Tours, In de natuurkunde beteekent E electriciteit (+ E; positieve, — E: negatieve electriciteit). Als getalteeken stelde de korte e of epsilon bij de Grieken 5 voor wanneer zij boven-rechts, en 5000 wanneer zij beneden-links van een accentteeken voorzien was ; evenzoo de lange e of êta 8 en 8000. Ook bij de Romeinen werd de E soms als getalteeken gebezigd, nl. in de plaats van de D (500). In de middeleeuwsche methode om getallen uit te drukken stelde zij het getal 250 voor.

Taalkundig onderscheidt men de onvolkomen en de volkomen e; de eerste komt voor in gesloten lettergrepen (ver, weg) en wordt voorgestel^ door een enkel letterteeken ; de tweede wordt in open lettergrepen zoowel door een enkel als een dubbel letterteeken voorgesteld (stelen, helen, deelen, heelen), in gesloten lettergrepen steeds door een dubbel letterteeken (steel, heel).

E wordt ook gebezigd als verzamelwoord: de E van een woordenboek (alle met E aanvangende woorden tezamen).

In de muziek is E (mi) de derde toon van de toonschaal waarvan C (ut, do) de grondtoon is; E groote terts: harde toonsoort van E met voorteekening van vier kruisen, voor f, en c, g en d: E kleine terts; zachte toonsoort van E met voorteekening van een kruis, voor f.