Gepubliceerd op 20-01-2021

Dorst

betekenis & definitie

(Sitis) de gewaarwording die vermindering van het watergehalte deslichaams aankondigt. De dorst is een der algemeene gewaarwordingen (zoodanige die zich in het lichaam in het algemeen voordoen, en voor zoover is na te gaan geen eigen orgaan tot zetel hebben), hoewel hij dikwijls slechts beschouwd wordt als een plaatselijke gewaarwording, die bestaat in een gevoel van droogte in mond en keel; dit plaatselijk dorstgevoel kan echter zoowel door vermindering van de vloeistoffen in het lichaam als door andere oorzaken worden veroorzaakt; b. v sterke dranken, hoewel de hoeveelheid vloeistof vermeerderend, doen een sterken dorst ontstaan; alsdan is de dorst een plaatselijke stoornis, welke een plaatselijke gewaarwording teweegbrengt. De normale dorst of behoefte aan vloeistof des lichaams is een gevolg van de levensverrichtingen zelf, waarbij voortdurend vocht verbruikt wordt; evenals het gemis van het tot herstel van het verlies van weefsels benoodigde voedsel de verwijderde oorzaak is van den honger, is het gemis van water om het verlies te herstellen dat voordurend plaats heeft door de uitscheidingen, de ademhaling en de uitwaseming, de verwijderde oorzaak van den dorst; tot onderhoud van het leven is het beslist noodig dit verlies te herstellen, daar het water de overhand heeft op alle andere stoffen die het lichaam saamstellen, en een ongewoon verlies ervan dus stoornis in het geheele organisme moet teweeg brengen; terwijl bij onthouding van voedsel het organisme nog eenigen tijd leven kan van zijn eigen bestanddeelen, die alle voor de voeding noodige stoffen bevatten, heeft het bij onthouding van vocht geen enkele bron waaruit het zich kan voorzien. Het verlies aan vocht kondigt zich het duidelijkst aan door de gewaarwording die men dorst noemt en die zich het eerst in mond en keel, doch bij voortgezette onthouding over het geheele organisme doet gevoelen; eerst ontwaart men een gevoel van droogte en branderigheid in mond en keel, de afscheidingen verminderen, de mondslijmhuid wordt rood, het slikken wordt pijnlijk, de tong kleeft aan het verhemelte, de spraak wordt ruw en heesch, de oogen worden rood en brandend, de ademhaling wordt moeilijk; vervolgens doet zich een gewaarwording van algeheele afmatting en krachteloosheid gevoelen, vergezeld van verhoogde prikkelbaarheid der zenuwen (hallucinatiën, waanvoorstellingen), koortsachtige opwinding en ijlhoofdigheid, tot ten slotte de lijder, sneller dan bij honger, en onder de vreeselijkste smarten, sterft (verdursting); de lichamen van aan dorst bezwekenen vertoonen een algemeene droogte van alle weefsels, een verdikking der vochten, zekeren graad van stolling van het bloed, en aan verschillende ingewanden ontstekingsverschijnselen, soms ook aanwijzingen van koudvuur. Het plaatselijk dorstgevoel in mond en keel wordt veroorzaakt door gebrek aan vocht in het geheele lichaam en het kan behalve op de gewone wijze, door drinken, ook door inspuiting van water in de aderen of de ingewanden worden weggenomen, hoewel alsdan mond en keel niet met het vocht in aanraking komen; daar echter de gewaarwording van dorst niet steeds van het gemis van vloeistoffen in het lichaam afhangt, maar ook een plaatselijke gewaarwording kan zijn die van plaatselijke stoornissen afhangt waarborgt drinken niet steeds lessching; in vele gevallen ook neemt de dorst door drinken, de behoefte alzoo door de bevrediging, nog toe; de reden hiervan is daarin te zoeken, dat de verwijderde oorzaak van den dorst (waterverlies) een koortsachtigen toestand teweegbrengt, die nog blijft voortduren indien genoemde verwijderde oorzaak heeft opgehouden te bestaan; in zulke gevallen geeft de prikkeling van koude dranken slechts een oogenblikkelijke verlichting, terwijl de dorst door verhoogden bloedsaandrang naar de geprikkelde monddeelen dn heviger graad terugkeert; om deze reden zijn lauwwarme dranken (lauwe thee of water en melk), die minder prikkelen, verkieselijker, daar zij spoediger een duurzame verlichting bieden, evenals ijs, dat door de meer aanhoudende koude het bloed terugdrijft. Hoewel echter het voldoen aan de algemeene behoefte des lichaams niet steeds de plaatselijke uitwerkselen dadelijk wegneemt, blijft aan den anderen kant bij een oogenblikkelijke verlichting van die plaatselijke uitwerkselen de behoefte van het lichaam aan vloeistoffen, en derhalve de dorst, bestaan; hoewel b.v. het bevochtigen van de meest lijdende deelen een oogenblikkelijke verlichting schenkt, is deze zeer voorbijgaand en is de dorst eerst gelescht in den zin dat aan de behoefte is voldaan, wanneer water door het bloed is opgenomen. Bij inspuiting van water in de aderen moet dit een gelijk zoutgehalte hebben als het bloed en kiemvrij zijn, de tegenwoordige geneeskunde beheerscht deze beide voorwaarden met volkomen zekerheid. De dorst kan ook door een bad worden verzacht, daar alsdan de huid eenig water opslorpt; hierdoor wordt echter ook een groote hoeveelheid warmte aan het organisme onttrokken, zoodat het baden als middel om het lichaam vocht toe te voeren geen beteekenis heeft.

Ook bij regelmatigen toevoer van vocht kan dorst ontstaan, b.v. bij langdurigen zwaren liehamelijken arbeid, hooge temperatuur en droogte der lucht, enz.; in zoodanige gevallen is een verhoogde watertoevoer noodig (in de woestijnen van Afrika en Australië tot 12 liter daags); een vochtige dampkring houdt den dorst tegen. Ben ziekelijk verhoogde dorst treedt op bij ziekten die sterke uitwaseming of bijzondere werkzaamheid der longen veroorzaken,derhalve bij koortsen en ontstekingen, of bij zulke die een sterke afscheiding van vloeistoffen teweegbrengen, als waterzucht en diarrhee, en voorts door plaatselijke prikkeling op de slijmheid (gebruik van sterk gezoute of gekruide spijzen en dranken, zie boven). Voortdurend ziekelijk verhoogde dorst, dorstzueht (polydipsia) geheeten, wordt vooral bij diabetes waargenomen, wijl daarbij door het suikerrijke bloed enorme hoeveelheden water aan de weefsels onttrokken worden. Verminderde behoefte aan vocht doet zich voor bij ziektetoestanden waarbij de werkzaamheid der hersenen wordt opgeheven of verminderd.

Dorst is een der vreeselijkste kwellingen; nooit, ook niet in den meest lichten graad, is hij aangenaam, terwijl honger in den eersten graad een streelenden eetlust opwekt; drie dagen van volstrekte onthouding van alle drank (behalve in een vochtigen dampkring), wordt het uiterste geacht, waartegen het menschelijk organisme bestand is en gebrek aan drinken kan tot de grootste verschrikkingen worden gerekend waaraan de mensch blootstaat. Dieren verdragen den dorst over het algemeen langer dan de menschen; niettemin wordt de dorst dikwijls aangewend om wilde dieren te temmen, terwijl dan een weinig water als belooning voor betoonde gehoorzaamheid wordt gegeven.

< >