Gepubliceerd op 19-01-2021

Don josé alvarez

betekenis & definitie

Spaansch beeldhouwer, geb. 23 April 1768, te Priego, prov. Cordova, gestorven te Madrid, 26 Nov. 1827.

Gedurende zijn jeugd was hij zijn vader in diens beroep, steenhouwer, behulpzaam, en kwam op 20-j. leeftijd aan de teeken- en beeldhouw-academie te Granada; zijn aanleg werd spoedig opgemerkt door den bisschop van Cordova, door wiens bemiddeling hij in 1794 de academie van San-Fernando kon betreden; hier behaalde hij in 1799 in de eerste klasse den hoogsten prijs, en behaalde kort daarop den tweeden prijs (beeldhouwkunst) van het Instituut voor feeeldende Kunsten te Parijs. In 1804 vestigde hij zijn naam door een pleistermodel van Ganymedes. Hij begon zich vervolgens op omvangrijker werken toe te leggen en vervaardigde een gewonden Achilles, die bij ongeluk brak. Zich te Rome gevestigd hebbende, droeg Napoleon hem het ontwerpen van bas-reliefs voor het Quirinaal-paleis op; politieke gebeurtenissen waren evenwel oorzaak dat zijn werken niet hun oorspronkelijke bestemming erlangden. Te Rome, waar hij in vriendschappelijken omgang met Canova en Thorwaldsen leefde, voltooide hij onder meer zijn Grupo Colosal de Zaragoza, een tooneel uit de verdediging van Saragossa voorstellende, welke groep thans in het Koninklijk Museum te Madrid is. De werken van Alvarez onderscheiden zich door duidelijkheid, waardigen eenvoud, natuurgetrouwheid en diep gevoel.

< >