of Domitii, rom. plebejisch geslacht, dat in de romeinsche geschiedenis een belangrijke rol speelde: het splitst zich in de twee hoofdtakken der Ahenobarbi en der Calvini.
De merkwaardigste leden van de Ahenobarbi (ahenea burba, roodbaard, een benaming volgens een mythische vertelling afkomstig van een waarmerk, dat de Dioscuren ten tijde van de overwinning bij het meer Regillus aan L. Domitius, den stamvader van het geslacht, zouden gegeven hebben) zijn:
1) Cu Dom Ahenol) wijdde als praetor urhanus in DM v C een tempel van Eaumis m en voerde oorlog met de Bojers, totdat hun land verwoest was en zy tot de overgave gedwongen werden
2) Zijn zoon On Dom Ahenob was in 107 v C onder de gezanten, die met L Aemil Paullus de aan gelegenheden van Mmedniiie regelden.
3) Zijn zoon Cn Dom Ahenob consul in 132 v C, bevocht zegevierend de Allobrogers en Arverners. "odoeltplijl met behulp z jner ohtanten. die den vyand Nv In ik o o 'ij' 'i _«*ii Als censor zette hij m 115 v C on waardige medeleden uit den senaat, door hem werd ook de via Domitia in Gallie aangelegd
4) zijn zoon Cn Dom Ahenob consul 96 v C, van wien de lex de sacerdotns afkomstig is. volgens well e de priesterambten niet meer bij i ..-.piatu door de prie^tprcollegien zelve zouden aangevuld worden, maar door 17 frthiiN, l>y loting uit het volk aangewezen, zouden benoemd worden, nadat een dergelijk voorstel van den tribuun C Licimus Crassus schipbreuk geleden had op de bewering van den augur C Laehns, dat de religio sacrorurii daardoor zou ontheiligd worden Als censor met D Crassus den beroemden redenaar, 92 v C , vaardigde hij een edict uit tegen de nieuw opge richte latyusche rhetorenscholen
5) Zijn broeder L Dom Ahenob consul m 94 v C, weerstreefde den tribuun Saturmnus in 100 v €, werd als aanhanger van Sulla op bevel van Manus dooi den praetor Damasippus in de curia Hostilia vermoord
6) zijn zoon Cn Dom Ahenobarbus, schoonzoon van Cmna, was door Sulla m 81 v C als aanhanger van Marius vogelvrij verklaard Te Clupea m Afrika stelde hij zich aan het hoofd der gevluchte deelgenooten zijner partij, werd echter door Pompejus overwonnenen sneuvelde in den stryd
7) L Dom Ahenob (zoon van 4), consul in 54 v Chr, man van Porcia, eene zuster van Cato Uticensis, mvverzoptilijke vijand van Caesar, tot wiens opvolger in Dallie lui bestemd werd Ily verzamelde een leger te Corfimum in Samnmni en wilde zich in Apulie met Pompejus vereemgen, wat echter door het talmen van Pompejus en Caesars marsch verijdeld werd Hij viel Caesar in handen, die hem echter met de krygskas edelmoedig los liet Bij Pharsalus stond luj op den rechtervleugel tegenover Antomus, vluchtte echter bij de overwinning van Caesar uit de legerplaats naar een heuvel, waar de ruiterij van Antomus hem achtervolgde en afmaakte
8) Zijn zoon Cn Dom Ahenob deelde in de laatste lotgevallen zyns vaders bij Corfimum en Pharsalus, doch verkreeg van Caesar vergunning om naar Italië terug te keeren Hier sloot hij zich bij de samenzwering tegen Caesar aan en volgde later Brutus naar Macedome Als aanvoerder der vloot in de Ionische zee vernielde hij de schepen der driemannen, doch leverde na den slag bij Philippi de vloot onder zijn bevel aan Antonius over, met wien hij zich door tusschenkomst van Asmius verzoend had, hij verliet hem echter weder, toen hij z.yne betrekking tot Cleopatra had leeren kennen, en ging tot Octavianus over, doch stierf kort daarna
9) Zijn zoon L Dom Ahenob, consul in Ki v C, gehuwd met de oudste dochter van den drieman Antonius, voerde als bevelhebber in Germame een leger over de Elbe en drong dieper dan iemand voor hem mDuitsch land door Overigens was hij aanmatigend en ruw en gaf zwaardvechtersspelen met voorbeeldelooze wreedheid
10) zijn zoon Cn Dom Ahenob, man van Agrippina, dochter van Germanicus, was vader van keizer Nero, hij bestuurde als proconsul Sicilië, en wordt geschilderd als een zeer slecht mensch.
De tweede hoofdtak der 1), de Calvini, telt onder hare leden
1) Cn Dom Calvinus Maximus, consul 283 v C, versloeg met zijn ambtgenoot Dolabella de ver bonden Sennonen, Bojers en Etruskers volkomen, die te Home grooten schrik verwekt hadden Later werd hij ook dictator en was de eerste plebejische censor.
2) Cn Dom Calvin, consul in 53 v C met M Valerms Mcssala, nadat eene vroegere kandidatuur mislukt was tengevolge van ongeoorloofde kuiperij Aan hanger van Caesar, had hij in den slag hij Pharsalus het hevel over het centrum, werd daarna door Dejotarus ondersteund, bij wiens latere verdediging door Cicero hij tegenwoordig was Later werd hem opgedragen om als stadhouder in Azië, Pharnaces, den zoon van Mithri dates, in zijnen voortgang te stuiten, doch door de schuld zyner nog ongeoefende troepen verloor hij den slag hij Nicopohs Daarop voerde hij het hevel over de vloot der driemannen in de Tonische zee, waar zij (zie Dom Ahenob 8) verloren ging, en streed in Spanje tegen de oproerige Cerretaners, waarvoor hem, hoewel eerst later, de eer van een zegepraal ten deel viel.
Tot de merkwaardige vrouwen dezer familie behooren:
1) Domitia, dochter van L Dom Ahenob 7,tante van keizer Nero, die haar reeds hoog bejaard liet vergeven, om haar vermogen zich toe te eigenen
2) Hare zuster D Lepida, moeder van Messahna, werd op aanstoken van Agnppina ter dood gobracht.
3) Tlavia D (Domitilla), eene vrijgelatene, vrouw van Vespasianus en moeder van Titus en Domitianus, stierf nog vóór zij keizerin werd.
4) Domitia Longina, dochter van Corbulo, de schoone, doch uitspattende gemalin van Domitianus, die een tijdlang door hem verstooten 'werd wegens haren omgang met den tooneelspeler Paris, en later bij de samenzwering van Parthenms aan den moord van den keizer deel nam
Andere niet tot de gens Domitia behoorende Domitii zijn
1) L Domitius Aurelianus, uit geringen stand te Sirmium in Pannonie in het iaar 211 n C geboren, doch door een senator Clpius Cnmtus tot zoon aangenomen, werd, op aanbeveling van Claudius Gothicus, na diens dood door de legioenen aan den Dottau tot keizer uitgeroepen, Oct 270-Maart 274 hij was ruw van aard, tot wreedheid geneigd, doch had een vungen, koenen krijgsmansgeest, zooals de tijd dat vorderde Den door zijn voorgangers begonnen ooriog tegen de Gothen zette hij voort, doch wanhopende aan het behoud van het door Trajanus veroverde Dacie het hij het m de macht der Gothen en verplaatste de romeinsche bevol king naar Moesie (Dacia Aureliana)in 270. De in Italië binnendringende Alemannen, Juthungen en Marco mannen versloeg hij aan den Metaurus en vervolgde ze in hun eigen land, en daar hij herhaalde aanvallen dier volken vooruitzag, het hij Rome met nieuwe muren versterken, waarbinnen nu 10 heuvels begrepen werden, m 271 Hierop maakte hij zich gereed tot de herovering van rhet oosten. De koningin Zenobia werd zonder veel moeite bij Ernesa en AntiocTna geslagen en Palmvra be legerd Zenobia nam de vlucht, doch werd bij den Euphraat gevangen genomen, de veroverde hoofdstad werd eerst gespaard, maar na een opstand verwoest en Longinus, raadsman der koningin, ter dood gebracht Door zijn onderbevelhebber Probus liet bij Egypte onder werpen, 272 en 273. Hierop trok hij naar het westen
vanwaar de tegenkeizer Tetrieus reeds geheime onderhandelingen had aangeknoopt, daar hij verdriet kreeg in de regeermg en door muitende soldaten bedreigd werd Door den slag by Chalons werd Gallie tot gehoorzaamheid gebracht, 274, In zegepraal trok hij nu op een vierspan van olifanten met zijne gevangenen — Zenobia en Tetrieus — "Rome binnen Nadat hij gedurende dezen tijd de krijgstucht in het leger met gestrengheid hersteld had, en verscheiden opstanden had onderdrukt, vooral der ni o n e t a r i i, die wegens een nieuwe wet tegen muntvervalsching een oproer verwekten, doch met bloedige hardheid gestraft werden, en nadat hij vervolgens een algemeene amnestie van staatkundige misdaden geschonken had, kon hij met recht als restitutor iraperii gevierd worden Midden onder groote toerustingen voor een oorlog tegen de Perzen, werd hij te Caenophrurnim, tusschen Byzantium en Heraclea, op aansporing van zijn geheimschrijver Mnestheus vermoord, doch het leger wreekte zijn dood
2) Cn Domitius Corhulo, broeder van Caesonia, de vrouw van keizer Caligula, uitstekend veldheer, die de grootste overwinningen behaalde, in Germanië op de Chaucen, door Gennascus aangevoerd in 47 n C, en m Armenie. op Tiridates en diens broeder Vologeses, koning der Parthen, in 58 en fiS n C. Hij was een voorbeeld van zachtaardigheid en rechtschapenheid Hierdoor werd Nero’s ijverzucht opgewekt, die hem daarom, toen hij naar Griekenland afgezonden was, zijn doodvonnis te Cenchrae toezond, hetwelk hij door vrijwilligen zelfmoord voorkwam Iïy schreef gedenkschriften over zijne ontmoetingen in liet oosten, waarvan niets bewaard is gebleven, muntte uit als redenaar en was befaamd om zijn lichaamskracht, die tot een spreekwoord werd ”>) Dom Mar sus, een geëerd dichter uit den tijd van Augustus, tijdgenoot en vriend van Virgilius en Tihullus, op wiens vroegtijdigen dood hij een treffend grafdicht vervaardigde, dat bewaard is gebleven en voor de kennis der levensomstandigheden van Tihullus van belang is Overigens schreef hij elegische (Amores, of naar zijn geliefde, Melaenis) en epische (A mazoni s) gedichten, ook bijtende epigrammen en hbeien (fabellae), of hij ook in proza heeft geschreven is onzeker