Gepubliceerd op 20-01-2021

David joseph bles

betekenis & definitie

Nederl schilder, door zijn vele humoristische stukken een der meest populaire der 19 le eeuw, geb 19 Sept. 1821 te ’s Gravenhage, leerling van C. Kruseman (1811) en van B.

Fleury te Parijs, volgde eerst eenigen tijd de romantische school (Lierspeler uit Savoio, 1813), doch vond weldra een eigen richting; meest al zijn tafereelen hebben een luimig, vroolijk karakter, en zijn oven zooveel kleine, doch juiste grepen uit het leven, die eeu groote mate van levenswijsheid en menschenkennis verraden en behalve voor het oog ook iets voor verstand en hart inhouden; met voorliefde ontleende hij zijn onderwerpen aan de 18de eeuwsche samenleving, in den geest waarvan hij diep was doorgedrongen. Zijn meest bekende doeken zijn: Muziekliefhebbers (1844), Propos de Caserne, Ingebeelde zieke, Jonge moeder, Poëzij en Proza, Vergulde armoede, Na zeven jaren, Op heeterdaad betrapt; ’t Muist al wat van katten komt, De officiersweduwe, Ledige plaats; dit laatste stuk werd door de gravure verspreid en geeft een aandoénlijk beeld van diepgevoelden rouw. Ook illustreerde hij enkele werken, o. a. Van Lennep’s Ferdinnnd Huijck. Hij overleed 3 Sept. 1899.

< >