Gepubliceerd op 20-01-2021

Daniel cramer

betekenis & definitie

Luthersch godgeleerde en dramatikus, geb. 20 Jan. 1586 te Reetz, was hoogleeraar te Wittenberg en overl. 5 Oct. 1637 als predikant aan de Marienkirche te Stettin; hij schreef een Pommersche Kirchenhistorie en twee voortreffelijke latijnsche blijspelen in den trant vau Frischlin: Areteugcnia (1592, naar een ital. novelle, schildert de waarde der kennis), en Plagium (1593, uitmuntende karakteristiek, onderwerp de Saksische prinsenroof).