Gepubliceerd op 20-01-2021

Cimon

betekenis & definitie

Atheensch staatsman en veldheer, zoon van Miitiades en Hegesipyle, dochter eens thracischen konings. Daar zijn vader wegens een onbetaalde staatsschuld van 50 talenten in atiinio gestorven was, ging deze schuld volgens de attische wetten op den zoon over, hetgeen hem een bron van allerlei onaangenaamheden schijnt geweest te zijn, totdat hij door tusschenkomst zijner halfzuster Elpinice van den rijken Gallias deze som ontving en aan den staat kon aflossen.

Deze Elpinice zou tevens Ciinons vrouw geweest zijn, iets dat hem vele verwijten op den hals haalde. De pcrzische oorlogen gaven Cimon, die tot nu toe door zijne losse zeden, en door gebrek aan beschaving in een kwaden naam stond, gelegenheid om zich te onderscheiden. Gelijkheid van zin verbond hem met Aristides, met wien hij over de atheensche vloot het bevel voerde, die na den slag bij Salamis vereenigd bleef; hem inzonderheid gelukte het den Atheners de hegemonie te verschaffen, terwijl hij door de verovering der vesting Eïon in Thracië (470) hunne macht in die streken bevestigde. Vervolgens veroverde hij het eiland Scyros, wier bewoners zeerooverij hadden gepleegd, en bracht van daar het gebeente van Theseus naar Athene over. In 469 stevende hij met een aanzienlijke vloot naar Klein-Azië, nam hier vele steden in Carië en Lycië in en versloeg eindelijk in Pamphylië bij de rivier Eurymedon (niet bij Mycale zooals Nepos zegt), de veel sterkere perzische vloot en op denzelfden dag de landtroepen, benevens kort daarna eene uit Phoenicië te hulp komende vloot. Ook was het Cimon die doorzette, dat de bondgenooten die geene schepen leverden, geld moesten opbrengen, waardoor de macht van Athene belangrijk toenam.

De weerspannigen, b. v. Naxos en Thasos, werden stre'ng gestraft. C., die na den dood van Aristides en de verbanning van Themistocles de machtigste man te Athene was, ontging evenmin den nijd zijner medeburgers; van omkooperij beschuldigd werd hij, tot spijt van zijn aanklager, Pericles, wel vrijgesproken, doch toen deze bij afwezigheid van Cimon door Ephialtes den Areopagus van zijn staatkundige macht en invloed beroofd had, en een leger, dat onder aanvoering van Cimon den Spartanen tegen de Messeniërs te hulp gezonden was, uit wantrouwen was teruggezonden, in 460 v. Chr. voor 10 jaren verbannen. Toen de Atheners intusschen in 457 den slag in Tanagra verloren, werd Cimon het volgende jaar op aanraden van Pericles teruggeroepen, om over den vrede te onderhandelen; doch eerst in 450 bracht hij een wapenstilstand voor 5 jaren tot stand. Het viel hem daarop gemakkelijk eene vernieuwing van den oorlog tegen de Perzen te bewerken, daar dezen Cyprus weder bezet hadden en de Grieken in Klein-Azië bedreigden; over ’t algemeen was het doel van zijn staatkundig streven om de Perzen uit de grieksche steden te verdrijven.

Met 200 schepen ging Cimon onder zeil, waarvan er 60 tot hulp van Amyrtaeus naar Egypte stevenden, terwijl de overigen Citium op Cyprus belegerden. Gedurende het beleg stierf de grijze held, 449 v. Chr. Op zijn bevel werd zijn dood gedurende 30 dagen voor het leger geheim gehouden, hetwelk op de hoogte van Salamis op Cyprus nog de cilicisch-phoenicische zeemacht der Perzen versloeg en op de kust hunne landmacht vernielde, waarbij de atheensche veldheer Anaxicrates sneuvelde. Deze overwinning sloot de reeks der gevechten met de Perzen sedert den slag van Marathon. Cimons gebeente werd naar Athene gebracht.Aldus luiden de berichten omtrent C. van Thueydides en Plutarclius. Diodorus vermeldt: Door de gelukkige gevechten van Cimon in Klein-Azic en op Cyprus gedwongen zond koning Artaverxes gezanten naar Athene om vrede te sluiten onder de volgende bepalingen: alle grieksehe steden in Klein-Azic zouden onafhankelijk zijn en de perziscbe stadhouders zouden zich op drie dagreizen afstand van de zee verwijderd houden, geen perzische schepen zouden voorbij de Phaselis en de Cyaneische eilanden mogen varen, daarentegen zouden de Atheners geen troepen in liet gebied van den koning mogen zenden; de op grond van dit vredesvoorstel geopende onderhandelingen, later door de attische redenaars als de „vrede van Cimon” genoemd, hadden vernioedelijk geen gevolg, daar latere gebeurtenissen daarmee geheel in strijd schijnen en ook tijdgenooten niet van zoodanigen vrede spreken.

< >