Gepubliceerd op 20-01-2021

Cimmeriërs

betekenis & definitie

(Cimmerii) Een nomadisch levend volk der oudheid, dat zich gewoonlijk ophield aan en nabij de Palus Maeotis, vzee van Azov), in den Taurischen Chersonesus (de Krim), en in Aziatisch-Sarmatia of het land van de Beneden-Wolga; gewoonlijk neemt men aan dat zij vóór den tijd van Homerus uit Klein-Azië zich in de genoemde streken hadden gevestigd; bij een tweede invasie drongen zij westelijk tot Eolis en Ionië door, vermeesterden Sardis, de hoofdstad van Lydië, onder de regeering van Ardys, en hieven in het bezit dezer stad tot zij door Alyattes, den kleinzoon van Ardys, uit Azië werden verdreven. Zij worden vermeld in de eligiën van Callinus.

C. is ook de naam van een mythisch volk, door Homerus voorgesteld als bewonende een afgelegen oord van mist en eeuwige duisternis, en door latere schrijvers bij het meer Avernus, in den Taurischen Chersonesus (de Krim) en in Spanje geplaatst. De beschrijvingen van het land gaven het aanzijn aan de uitdrukking „Cimmersche duisternis”.

< >