s. Thalassites, de Zeeschildpadden, Familie van kruipende dieren van de orde der schildpadden, Chelonii; de voeten zijn irj de vormen dezer familie tot roeivinnen geworden : de door de huid vereenigde vingerkootjes vormen een platte, lange en broede oppervlakte, zeer geschikt om tot voortstuwing in het water te dienen, geheel ongeschikt echter om liet lichaam hij het loopen te steunen; de- voorpooten zijn merkelijk langer dan de achterpooteu ; nagels ontbreken doorgaans; in de gedaante van het hoofd naderen de C. de landschildpadden, Cliursi nae s.
Testudinina, evenals in het maaksel der kaken; het rugschild is in het algemeen weinig gewelfd en cenigermate hartvormig van gedaante; de bekleeding van het lichaam bestaat of uit hoornplaten (gcsl. Chelonia) of uit een weeke, leder achtige huid (geslacht Spliarg ); eerstgenoemd geslacht is het soortenrijkst en is in bijna alle zeeën der heete en gematigde luchtstreken vertegenwoordigd; dikwijls splitst men liet in ondergcslaehten (Thalassochelys, Eretmochclys en/,.); de Chelonia-soorten, ook wel karetschildpadden gehecten, leveren het heste schildpad; vele dier soorten kunnen een aanmerkelijke grootte bereiken; Cheloniaviridis of midas bereikt een lengte van 2 meters en een gewicht van 500 kilogr., haar vleesch en eieren, die zij in het zand begraaft, zijn eetbaar, evenals van Sphargis coriacea. Reeds uit de juraperiode zijn C. heleend.