R. K. kerkhistorikus, geb. 30 Oct. 1538 te Sora in het Napolitaansche ; hij kwam in 1557 naar Rome en sloot zich aan bij de Oratorianen, werd biechtvader van den Paus, in 1596 kardinaal, later bibliothecaris van het Vatikaan, lid der Congregatio ecclesiasticorum ritum en der Typographia Vati cana; hij overleed 30 Juni 1607 en werd in 1622 door Gregorius XV gecanoniseerd.
Zijn hoofdwerken zijn: Annales ecclesiastici a Christo natö ad annum 1198 (12 dln., Rome 1588—93). Martyrologium Romanum (1586), De Monarchia Siciliae} een werk dat door Philips III van Spanje in zijn gebied verboden werd.
