Gepubliceerd op 20-01-2021

C

betekenis & definitie

Derde letter van het nederl. alphabet, komt behalve in eigennamen en in verbinding met h (ch, sch) in het nederlandsch slechts in aan andere talen ontleende woorden voor; zij wordt als zelfstandig lettertceken op twee verschillende wijzen uitgesproken, nl. als k indien zij een medeklinker of een a, o of u achter zich heeft; of' a's s, indien de volgende letter een e, i, y of te is (cmsar: sesar): de oude Romeinen spraken ook voor e en i de c als k uit, dus Cicero: Kikero, en Crnsar: Kesar. fl worden uitgesproken als s.

C in de muziek is het teeken voor de vierkwartsmaat; verder een muzikale toon, de noot ut of de ; C-toonladder : de norinaal-dur-toonladder, de eerste toonaard, daar zij geheel uit natuurlijke tonen bestaat.

C in de wiskunde: bestendige grootheid (constans).

C als getalteeken in het romeinsche cijferstelsel: centum, 100; CC =200; CCC = 300 enz,; geplaatst voor een M (I000j verhonderdvoudigd zij deze; CM is dus 100.000, CMM = 200.000 enz.; CIp) is hetzelfde als M; de omgekeerde C (q) stelde bij de Romeinen een gewicht van twee drachmen voor.

Bij het krijgswezen is C het teeken voor constructie: C/99 is constructie 1899.

C op oude duitsche munten beteekent: geslagen te Frankfurt a/M.; op oosterijksche staat zij voor Praag, op fransche vroeger voor Saint-Lo, later voor Caen, thans voor Lille.

C, scheikunde: carbonium, koolstof.

C, natuurkunde: achterthermometergraden, afkorting voor Celsius.

Cl., bij natuurwetenschappelijke namen afkorting voor George Cuvier.