of Yizcaya. De noordwestelijke der drie oude baskische provinciën van Spanje, met den titel El Sefiorio do Yizcaya: zij werd in 1833 met deelen van Alava en Oud-Castilië vergroot en Bilbao gedoopt; in den niouwsten tijd is de oude naam B. echter weer officieel ingevoerd; 2165 km2., 236,000 inw.
B. wordt begrenst ten w. door Oud-Castilië, ten z. door Alava, ten o. door Guipuzcoa, en ten n. door de golf van Biscaye; do prov. beslaat de terrasvormige, met bosschen bedekte en zeer gebroken noordelijke helling van den oostelijken tak van het Cantabrisch kustgebergte; men onderscheidt in deze prov. het hoog- of bovenland (tierra alta) en de smalle kustvlakten en kleine rivierdalen (encartacionc); haar hoofdrivier is de Nervion of Ibaizabal. Het klimaat, onder den invloed der zee vochtig en nevelig en rijk aan neerslag, is mild en gezond; in de nauwe dalsploten is de hitte des zomers echter soms ondragelijk. De vruchtbaarheid van den bodem is zeer verschillend; er wordt landbouw on veeteelt gedreven; hier en daar bevat do bodem ijzer, zink, lood, aluin en zwavel, vooral de bergen van Somorrostro. De hoofdplaats is Bilbao. Het oude B. vormde ten tijde van zijn zelfstandigheid een sinds 1379 met Castilië vereenigde-heerlijkheid, wier regenten den titel van Heer van B. voerden. De Heeren van B. hadden als wetgevende macht naast zich een junta, wier door de burgers gekozen leden elke twee jaren, behalve voor buitengewone gevallen, vergaderden in de schaduw van een ovoröuden boom, in de nabijheid van Guernica; de steden en dorpen kozen zelf hun plaatselijke beambten; ook op het punt van belasting had B. belangrijke rechten en vrijheden (fucros), die later meermalen tot uitbarstingen van ontevredenheid aanleiding gaven.