(bij de Basken: Ibaizabel). Hoofdst. der Spaansche prov.
Biscaya, aan de spoorlijnen Tudela-B. (250 km.) en B.-Durango (32 km.), amphitheatersgewijs gebouwd aan den rechteroever der Nervion, die B. van zijn voorstad Bilbao la Vieja scheidt; beide deelen staan door bruggen met elkander in gemeenschap. De eigenlijke stad is regelmatig gebouwd, telt 51,000 inw , heeft twee prachtige promenaden, 4 kerken, 2 hospitalen, 9 sinds het beleg van 1835 in puin liggende kloosters, een schouwburg, een kweekschool voor de zeevaart, een bank-instelling, enz.; aan den rechteroever der rivier, die i0 km. beneden de stad (tegenover Portugalete, 3500 inw., fraaie gothische kerk, badplaats, de sinds 1878 veel verbeterde buitenhaven van B.) uitmondt, liggen groote dokken en werven; in de omgeving rijke ijzerertsmijnen; er zijn ijzersmelterijen, ankersmederijen, glas- en aardewerkfabrieken , papierfabrieken, weverijen, leder- en zeildoekfabrieken, touwslagerijen, enz.; veel handel; er is een nederl. consulair ambtenaar gevestigd. B. werd in 1300 door den castiliaanschen ridder Dom Pedro Lopez de Haro onder den naam Belvao gesticht en bloeide, begunstigd door zijn ligging, snel op. In de oorlogen met Frankrijk echter werd deze stad 19 Juli 1795, 26 Sept. 1808 en 1 Nov. 1808 door de Franschen genomen en hernomen, en eerst in 1813 ontruimd. Gedurende den carlistischen burgeroorlog was B. nadat het zich in 1835 moedig tegen Zumalacarreguy verdedigd had, naast Portugalete het punt van waaruit Engeland het spaansche gouvernement hulp verleende. De toenemende belangrijkheid van B. bracht een aantal engeische kapitalisten op het denkbeeld, aan den oostelijken oever van den boezem van B een haven aan te leggen, daar groote schepen B. niet kunnen bereiken, aangezien de vaargeul der rivier bij hoogwater slechts een diepte van 4 meter heeft; de uitvoering van dit plan werd echter door dencarlistenopstand van 1871, die haar brandpunt had in de provincie Biscaya, verhinderd; B. zelf werd reeds 5 Jan. 1874 door de Carlisten geblokkeerd en meermalen op het heftigst beschoten; eerst 2 Mei slaagden de regeeringstroepen onder Serrano en Concha erin, de stad te ontzetten en de Carlisten tot den aftocht te dwingen; ook later stelden de Carlisten pogingen in het werk deze stad te bemachtigen. Oudtijds de hechtste burcht der liberalen in noordelijk Spanje, breidde er zich in den laatsten tijd liet anarchisme snel uit, voornamelijk in de omgelegen mijndistricten.