Hoofdstad v/h halfkanton BazelStad, in grootte tweede stad van denfederatieven Bond, aan beide oevers van den Rijn, die zich hier naar het noorden wendt, om weldra Zwitserland te verlaten, in een aan twee zijden door heuvelrijen ingesloten vlakte, aan het begin der laagvlakte van den Boven-Rijn; de stad bestaat uit Groot-Bazel, aan den iets hoogeren linker-, en Klein-Bazel aan den rechter Rijnoever ; beide deelen zijn door drie bruggen verbonden. 70,600 inw. Voorn. gebouwen: het Raadhuis aan de Markt, het natuurhistorisch-, ethnographisch- en oudheidkundig museum, het schilderijen-museum, de Kunsthalle, met een permanente tentoonstelling van nieuwe schilder- en beeldhouwwerken, het Missionshaus met ethnographisch kabinet, enz.
Inrichtingen van onderwijs, enz. de in 1459 door paus Pius II gestichte universiteit met een bibliotheek groot 150,000 banden, een botanischen tuin, een chemisch laboratorium, een inrichting voor oogheelkunde, een kinderhospitaal en een krankzinnigengesticht; voorts een gymnasium, eenhoogere reaalschool, hoogere burger- en lagere scholen, seminarie voor zendelingen, bijbelgenootschap. Sinds eeuwen reeds is B. een der belangrijkste handels- en fabriekssteden van Zwitserland ; in de 15de en 16de eeuw bloeide hier de boekdrukkunst. (Zie Amerbach).De stad B. dankt haar bestaan aan een romeinschen legerpost, Basilea geheeten, in 374 n. C. voor het eerst vermeld, en gelegen in de nabijheid der romeinsche kolonie Augusta Rauracorum (thans Aeugst), die omstr. het midden der 5de eeuw verwoest werd, waarop de bewoners grootendeels zich te B. vestigden ; met het land der Alamannen kwam de stad in 500 onder de heerschappij der Franken en bij de deeling van het Frankisch rijk in 843 aan Lotharius; in 870 aan Lodewijk den Duitscher, in 912 aan Bourgondië en met dit land in 1006 eerst als pand en in 1033 bij erfverdrag voor goed aan het Duitsche rijk. In de elfde eeuw kreeg B. vaste muren en in de eerstvolgende eeuwen, in weerwil der eindelooze veeten en worsteling n met den adel van den omtrek, steeg zij in macht en aanzien, tot zij in de l5de en 16de eeuw haar toppunt van bloei bereikt had ; toenmaals telde zij meer dan 100,000 inw. en werd zij tot de eerste steden van Europa gerekend. Na reeds lang met de eedgenooten bevriend te zijn geweest, sloot zij zich in 1501 bij den bond aan. Reeds vroegtijdig onderscheidden de bewoners zich door bijzondere liefde voor kunst en wetenschap ; vele beroemde geleerden als anderszins werden hier geboren of hielden hier langen of korten tijd hun verblijf; Erasmus leefde hier langen tijd, stierf hier en werd in de Domkerk begraven ; in genoemde kerk werd 1431—1443 het concilie gehouden, waarbij aan de Hussieten het gebruik van den kelk bij het Avondmaal werd vergund. Bij het doorbreken der reformatie verlieten de meest geleerden de Bazelsche hoogeschool, die daardoor zeer in verval geraakte en zich eerst in den nieuwer en tijd weer verhief.
Langen tijd heerschte de stad B. over het gelijkn. landschap en veroorloofde zich menige daad van willekeur jegens de boerenbevolking, die ten slotte in 183Ó daartegen krachtig protest aanteekende en 6 Jan. 1831 te Liestal een voorloopig bestuur instelde, dat door de stedelijke militie verjaagd werd, waarop, na mislukte pogingen om den vrede te bewaren, een burgeroorlog uitbrak, die wel op kleine schaal, doch niettemin met verbittering werd gevoerd ; tweemalen trok de stadsmilitie uit, n.1. Aug. 1831 en April 1832; beide keeren werden de te wapen geloopen boeren verstrooid, echter zonder blijvend gevolg. De landpartij constitueerde zich als een eigen staat, en ontwierp een eigen grondwet, die zij 27 April 1832 aannam ; de stadspartij overviel het landschap op 3 Aug. 1833, doch werd in het bloedig gevecht bij Prattelen met zware verliezen teruggeslagen. De Bondsregeering kwam nu tusschenbeide en op 26 Aug. 1833 werd de scheiding der beide kantongedeelten bekrachtigd en door de Federatie erkend; bij deze scheiding werd het gebied der stad B. beperkt tot de stad en een drietal omgelegen dorpen aan den rechter Rijnoever. In BazelStad kwam 3 Oct. 1833 een nieuwe grondwet tot stand, die gelijkheid v.or de wetvanabe burgers en vrijheid van drukpers waarborgde, en den duur der regeeringswaardigheden en allerlei andere punten bepaalde. Na de revolutie te Genève in 1846 werd 8 April 1847 de grondwet herzien; bij de gewijzigde grondwet van 1875 werd de zuiver demokratische regeeringsvorm ingevoerd.