Gepubliceerd op 19-01-2021

Baryum

betekenis & definitie

of Barium. Een tot de groep der Aardalkalimetalen behoorend tweewaardig element, dat in zijn eigenschappen het Calcium en het Strontium nabijkomt; chemisch teeken Ba, atoomgewicht 137.

De metallische natuur van dit element werd door Berzelius door het daarstellen van Baryum-amalgaam aangetoond.Het B. behoort tot de minder algemeen voorkomende metalen in zuiveren toestand komt het in de natuur niet voor; in 1807 scheidde Davy het ’t eerst af door ontleding van het in 1771 door Scheele ontdekte baryum oxyd BaO door een galvanische batterij. Als baryt, BaSO^ komt het echter op sommige plaatsen ingroote hoeveelheden voor. Het is een helder geel pletbaar metaal, dat bij roodgloeihitte smelt, maar niet kan worden gedestilleerd; het is zwaarder dan geconcentreerd zwavelzuur ; het bewaart in droge lucht eenige dagen zijn glans, doch wordt, blootgesteld aan vocht, spoedig geoxydeerd; het ontleedt het water reeds in de koude en ontwikkelt daaruit waterstof; het onderscheidt zich van de andere aardalkali- en aardmetalen door zijn grooter spec. gewicht, en ontleent hieraan zijn naam (van barys, zwaar, moeilijk; zie Bary). Men verkrijgt het door in een ijzeren buis een uit gaskool vervaardigd en met chloorbaryum gevuld schuitje, en op eenigen afstand daarvan stukken sodium te plaatsen, de lucht uit deze buis te verdrijven, de buis ter plaatse van het schuitje totroodgloeiens te verhitten en het residu in het schuitje, een mengsel van chloorsodium en B., te behandelen met kwik, waarin het B. zich oplost, en ten slotte uit dit amalgama het kwik af te destilleeren, waarbij het B. terugblijft. Ook bereidt men het door chloorbaryum door middel eener galvanische batterij te ontleden.

Verbindingen

Er zijn twee verbindingen van het baryum met de zuurstof bekend, het baryumoxyd of baryt, Ba O, en het baryumhyperoxyd, Ba O2. Het eerste werd in 1771 door Scheele ontdekt en wordt verkregen bij sterk gloeien van salpeterzure B.; het doet zich voor als een gestolde grauwe massa; met water verhit het zich sterk, onder vorming van het vergiftige Barythydraat of Baryumoxydhydraat, ook Baryumhydr oxyd, Ba (OH)2. Het tweede, ook Baryumsuperoxyd geheeten, ontstaat indien men over zwakgloeiend baryumoxyd een stroom zuivere zuurstof of lucht leidt; op het oog onderscheidt het zich niet van baryumoxyd; bij sterke verhitting ontbindt het zich weder in baryumoxyd en zuurstof, en het kan dus tot verkrijging van zuurstof uit de lucht gebruikt worden.

Baryumcarbonaat, koolzure B., Ba CO3, als mineraal (Witherit) in de natuur voorkomende, verkrijgt men door neerslaan van een oplossing van chloorbaryum met koolzurenatrium, en uitwasschen van den witten neerslag. Soortelijk gewicht 4,33. Het smelt in de witgloeihitte en wordt eerst dan, en onder verlies van koolzuur, ontleed ; het is weinig oplosbaar in water, gemakkelijker in water dat vrij koolzuur bevat.

Baryumchloraat, chloorzure B., Ba (Cl O3)2, wordt verkregen door waterig chloorzuur met koolzure B. te verzadigen en de oplossing, te kristalliseeren: dit zout vormt kleurlooze prismatische kristallen, die onder sterke drukking met kracht ontploffen, in water gemakkelijk oplosbaar en vergiftig zijn; het wordt veel in de pyrotechniek gebruikt.

Baryumchlorid, chloorbaryum, Ba CI2, ontstaat bij oplossing van het in de natuur voorkomend koolzure B. of Witherit in verdunde zoutzuren, ook door smelten van zwavelzure B. met een metaalchlorid en kolen; als metaalchlorid gebruikt men bij de laatste, inzonderheid op de productie in het groot berekende, methode veelal chloorcalcium, dat als waardeloos nevenproduct bij vele processen ontstaat, verder mangaanchloruur, nevenproduct van de chloorkalkfabrikatie. Het vormt rhombische tafelen, is bitterzout van smaak, vergiftig, en lost gemakkelijk op in water, doch bijna niet in alcohol. Het vindt gebruik bij het bereiden van andere baryumzouten, in de chemie ook voor het opsporen van zwavelzuur, enz.

Baryumchrornaat, chroomzure B., BaCrCO4, ontstaat als een fraai-gele neerslag bij het neerslaan eener oplossing van chloorbaryum met neutrale chroomzure kali. Het dient onder de namen barytgeel, geel altramarijn enz. als schilder verf.

Baryummanganaat, mangaanzure B., ontstaat bij het gloeien van baryumoxydhydraat, mangaansuperoxyd en baryumnitraat; het vormt' een groene verfstof, bekend als mangaangroen, Casseler groen en Rosenstiehlsch groen.

Baryumnitraat, salpeterzure B., Ba (NO3)2, ontstaat bij het oplossen van koolzure B. in verdund salpeterzuur; de doelmatigste methode om dit zout te bereiden is een warme oplossing van 4 deelen baryumchlorid op 8 deelen water te vermengen met een eveneens warme oplossing van 3 deelen salpeterzure natrium in 3 deelen water. Bij afkoeling scheidt zich het moeilijke oplosbare zout als fijn kristalmeel af, dat door uitwassching met water van de bij het proces ontstane chloornatrium bevrijd wordt. Het wordt gebruikt in de pyrotechniek (groen bengaalsch vuur).

Baryumoxydhydraat, barythydraat, baryumhydroxyd, etsbaryt, Ba (OH)2, kristalliseert Ba (OH)2 + 8 H2O, ontstaat bij bevochtigen van baryumoxyd (zie boven), met water; tot de vorming van dit zout behandelt menbaryumsulfid met water, waarbij B. en baryum sulfhydraat ontstaan:

2 BaS + 2H2O = Ba(OH)2 + Ba(SH)2;

kookt men daarna deze oplossing, die beide verbindingen bevat, met koperoxyd, zoo wordt het baryumsulfhydraat onder afscheiding van zwavelkoper in baryumoxydhydraat omgezet:

Ba(SH)2 + 2CuO = Ba (OH)2 + 2 CuS.

Het baryumoxydhydraat kristalliseert tot glasheldere tafelen. Het absorbeert gretig atmosferische koolzuur. Bij indroging in koolzuurvrije lucht blijft bij 100° eenhydraat. Ba (0H)2 + H20 terug; het lost op in 2 deelen kokend en in 20 deelen koud water; de koudwateroplossing heet barytioater. Het baryumoxydhydraat vindt voorn. gebruik in de analytische chemie.

Baryumsulfaat, zwavelzure B., Ba SO4, als mineraal (baryt, zie aldaar) in de natuur voorkomend, is in de meeste gevallen de grondstof bij de bereiding van baryumverbindingen; ook wordt het fijngemalen onder allerlei verfstoffen gemengd, deels om scherper tinten te verkrijgen, deels om de verfstoffen te verdikken. Kunstmatig wordt de zwavelzure B. verkregen door ontbinding eener verdunde vrarme oplossing van chloorbarium met verdund zwavelzuur en uitwassching van den zich snel afzettenden neerslag, die in vloeibaren zoowel als in drogen toestand (barytwit, permanentwit) in den handel wordt gebracht ; het is in alle oplossingsmiddelen onoplosbaar, en kan dus niet vergiftigend op eenig organisme werken. Het wordt, evenals gips, soms als vervalschingsmiddel onder meelsoorten gemengd.

Baryumsulfhydraat, Ba (SH)2, (zie Baryumoxydhydraat) ; gemakkelijk oplosbaar in water; het reageert sterk alkalisch.

Baryumsulfid, zwavelbaryum, BaS, ontstaat door gloeien van baryumsulfaat met kolen; ter bereiding ervan vermengt men 1 deelen baryumsulfaat met 1 deel houtskoolpoeder en 1 deel lijnkoekmeel en voegt zooveel warm water bij dat eene kneedbare massa ontstaat ; hiervan vormt men kogels, droogt deze, gloeit ze en laat ze afkoelen, waarna ze een grauwe, hoofdzakelijk uit zwavelbarym bestaande massa vormen, die in dezen toestand voor allerlei technische doeleinden, als bereiding van barythydraat en barytzouten wordt benut.

< >