Gepubliceerd op 23-02-2021

Balth. münter

betekenis & definitie

duitsch kanselredenaar en dichter van geestelijke liederen, in 1735 te Lübeek geb., overl. in 1793 als hoogduitsch prediker te Kopenhagen, gaf leerredenen en geestelijke liederen uit en maakte zich vooral bekend door de ook in onze taal overgezette (Amst. 1790) Bekehrungsgeschichte van graaf Struensee, dien hij geroepen was ter dood te bereiden.

Zijn zoon Friedr. M., godgeleerde, oriëntalist en oudheidkundige, in 1761 te Gotha geb., studeerde te Kopenhagen en Göttingen, beschreef een reis naar Italië in: Elterretninger om hegge Sicilierne (1788, 2 dln., ned. vert. Haarlem 1793, 3 dln.), liet op die reis te Rome, in 1786, een proeve der koptische vertaling van het boek Daniël drukken en ontdekte in de bibliotheek Corsini het Statutenboek der Tempelieren, dat hij later (Berl. 194) in het licht gaf. In 1790 werd hij hoogl. der godgeleerdheid te Kopenhagen en in 1808 bisschop van Seeland. M. overl. in 1830. Hij schreef o. a.: Handb. der Dogmengesch. (2 dln., 1801) , Gesch. der dän.

Reformation (2 dln., 1802) , Die Religion der Karthager (2de uitg. 1821), Gesch. der Einfuhr, des Christenthums in Dänemark u. Norwegen (3 dln., 1823—32) en zijn belangrijkste werk Die Sinnbilder u. Kunstvorstellungen der alten Christen (1825).

< >