Gepubliceerd op 19-01-2021

Areometer

betekenis & definitie

Hydrometer of Vochtmeter. Toestel, dienende om de dichtheid of het soortelijk gewicht van vloeistoffen en van vaste lichamen te meten, of om den graad van concentratie van eene oplossing of van een mengsel te bepalen.

Men kan de Areometers in twee klassen verdeden, n.l. in A. met standvastig volumen en veranderlijk gewicht, aldus geheeten omdat men ze altijd met hetzelfde gedeelte doet indömpelen, maar er verscheidene gewichten bijgevoegt, overeenkomstig den aard der vaste lichamen of vloeistoffen, welke men onderzoekt (stelsel-Nicholson, stelsel-Fahrenheit) en in A. met standvastig gewicht en veranderlijk volumen, dezulke, die geen vast punt van inzinking hebben en altijd hetzelfde gewicht behouden (stelselBaumé); deze laatste dragen ook den naam van zoutwegers, drankwegers, zuurwegers, enz. en dienen niet' om het soortelijk gewicht te bepalen, maar om de sterkte, den graad van concentratie, van een oplossing of mengsel (zuren, zoutoplossingen, sterke dranken) te onderzoeken. .A. van Nicholson, om het soortelijk gewicht van vaste lichamen te bepalen. Deze bestaat uit een hollen cylinder van blik of glas, die van onderen een met kwik gevulden kegel draagt, en aan beide einden kegelvormig uitloopt ; uit de bovenste punt treedt een dunne steel, in het verlengde van de as des kegels geplaatst; op dezen steel rust een schaaltje; de met kwik gevulde kegel moet het toestel zoodanig belasten, dat zijn zwaartepunt onder het perspunt valt, het welk een noodzakelijk vereischte is om het evenwicht standvastig te doen zijn; op de steel is ongeveer op het midden een streepje aangebracht; het geheele werktuig is zoo zwaar, dat het in het water een weinig boven den basis van den bovensten kegelpunt van den cylinder is ondergedompeld. Om nu het soortelijk gewicht van een vast lichaam te bepalen, legt men dit op het schaaltje, en voegt er zooveel gewicht bij als noodig blijkt om het toestel tot aan het op den steel aangeteekend streepje te doen onderdompelen; vervolgens neemt men het vaste lichaam weg, waardoor het toestel rijst, en vervangt het door zooveel gewicht als noodig is om het toestel andermaal tot het streepje te doen duiken, het verschil is het gewicht (in de lucht) van het lichaam ; om voorts het gewicht van een gelijk volumen vrater te vinden, wordt het toestel opgeheven, het gewogen lichaam op den met kwik gevulden kegel gelegd en het overeenkomstige gewicht uit het schaaltje genomen ; hoewel het gezamenlijk gewicht van het toestel daarbij niet verandert, ziet men bij het andermaal indompelen dat het niet weer tot het streepje inzinkt, een gevolg van de wet van Archimedes (zie aldaar) dat een lichaam in een vloeistof gedompeld, zooveel van zijn gewicht verliest als het gewicht bedraagt van de verplaatste vlo istof; legt men alsnu het schaaltje zooveel gewichten bij als noodig is om het toestel weer tot het streepje te doen inzinken, dan is dit het bedrag van het gewicht van het verplaatste watervolumen welk volumen gelijk is aan het volumen van het behandelde lichaam. Er blijft nu slechts over om het gewicht van het lichaam buiten het water te deelen door het gewicht van het verplaatste watervolumen, om het soortelijk gewicht te vinden. Is het lichaam, waarvan men het soortelijk gewicht zoekt, lichter dan water, zoodat het niet vrij op den kegel kan blijven liggen, dan voorziet men den kegel van een tralie-netje van ijzerdraad dat de opstijging van het lichaam belet. Dit weinig omslachtige en weinig kostbare toestel wordt tamelijk veelvuldig gebruikt door mineralogen, voor een vlugge bepaling van het soortelijk gewicht van gesteenten enz.; een nadeel er aan verbonden is, dat het geen zeer nauwkeurige waarnemingen toelaat, tengevolge van de aantrekkende werking die het water en de steel (capillaire werking) op elkaar uitoefenen, een gebrek dat trouwens aan alle A. eigen is.
A. van Fahrenheit, om het soortgelijk gewicht van vloeistoffen te bepalen; dit toestel komt in uiterlijk voorkomen het vorige zeer nabij; het toestel is altijd van glas, om ook voor vloeistoffen die metalen aantasten te kunnen dienen; de kegel onderaan is verder vervangen door een met lood bezwaarden bol, die met den drijver vast verbonden is; de steel draagt eveneens een streepje, dienende om een standvastig ondergedompeld volumen te verkrijgen. Stel: P is het totaal gewicht van den areometer, eens voor al bepaald, en p het géwicht dat op het schaaltje geplaatst moet worden om het toestel tot de streep op den steel te doen inzinken in eenige vloeistof, en p het gewicht dat men heeft bij te voegen om het toestel tot het streepje in gedestilleerd water te doen inzinken, dan weegt het volumen verplaatste vloeistof P -|- p, en het volumen verplaatst zuiver water P + p'; de gezochte dichtheid is alsdan gelijk aan

P + p

-------

P + p’

De A. van Fahrenheit wordt niet in den handel gebruikt; ook zij geeft geen bijzonder exacte resultaten tengevolge van de eigenschap der capillariteit.

De A. van Baumé is een met standvastig gewicht; hij bestaat uit een glazen drijver, saamgesteld uit een steel, gevolgd door een hollen, met lucht gevulden cylinder, met aan het eind een met kwik gevulden bol, die tot verzwaring dient. Op den steel is eene verdeeling in graden aangebracht; deze verdeeling verschilt naarmate het werktuig dient voor vochten die zwaarder of lichter zijn dan water. In het eerste geval regelt men het gewicht van den A. derwijze dat hij in gedestilleerd water van 4° ongeveer tot aan het boveneinde van den steel inzinkt, waar men dan een nul plaatst; om de verdeeling in graden te voltooien maakt men een oplossing van 85 deelen water en 15 deelen keukenzout; daar deze oplossing zwaarder is dan water, zinkt het werktuig er minder diep in; het punt van inzinking merkt men met 15; de ruimte tusschen 0 en 15 verdeelt men nu in gelijke deelen en zet deze verdeeling gelijkelijk verder op den steel voort, tot 68 of 70 toe (zie illustr: zuurweger-Baumé). Voor vochten die lichter zijn dan water moet het nulpunt der inzinking onderaan den steel zijn, n.l. het punt tot waar het toestel in een oplossing van 90 gewichtsdeelen water en 10 deelen keukenzout inzinkt; het punt tot waar het vervolgens inzinkt in gedestilleerd water wordt geteekend met 10. Verdeelt men alsnu de ruimte tusschen de punten 0 en 10 in tien gelijke deelen, en zet men deze verdeeling gelijkelijk over het overige van den steel voort (tot 50 is voldoende) dan heeft men den drank- of alcoholweger (zie illustr. fig. D.)

< >