lat. Punctum, in de geometrie, dat wat geen uitgebreidheid heeft, of de grens eener lijn; een zich bewegende punt vormt een lijn.
Als leesteeken, zie Leesteekens. In de muziek verhoogt een punt bij! een noot of rust deze met de helft van haar waarde; bij meerdere punten verlengt zij de helft van de voorgaande.