of Amu-darja (bij de Arabieren Gihon, of Jaihün, bij de Ch'ineezen Potsu, bij de Ouden Oxus). Hoofdrivier van zuidelijk Turkestan; zij ontstaat uit de vereeniging van een aantal bergstroomen (de Aksu, de Pandsch, de Surch-ab) en ontlast zich na een op 2200 km. geschatten loop, en na onderscheidene aanzienlijke zijrivieren — als de Mantsch-ab, de Kutschadkrja (250 km)., de Wachsch-rivier (640 km.), de Kafirnagan (260 km.), de Derbent-darja (200 km.), de Scherafschan (644 km.) — te hebben opgenomen door drie groote en vele kleine monden in het Aralmeer; ongeveerde helft dezer rivier is bevaarbaar ; detranskaspische spoorbaan overschrijdt haar bij Tschardschui.
Volgens Perzische schrijvers mondde deze rivier tot de 15de eeuw uit in de Kaspische Zee; men vermoedt dat de Amu inderdaad vroeger in Urgendsch zich zuidwestelijk heeft gewend om na een loop van 620 km. de Kaspische Zee te bereiken, tegenover het eiland Tsehaleken, tusschen 39 en 40° N.B.
