of Emoy (chineesch Hja-mun) Havenstad in China, prov. Fu-kien, aan de naar het vasteland toegekeerde zijde van een gelijknamig kusteiland, tegenover Formosa, aan de monding der Drakenrivier, 15 km. lang, LI km. breed, onder 24°10' N.B. 118°10' O.L. van Gr.
De stad was reeds in de 8*'° eeuw bekend ; in 1544 vestigden er zich de Portugeezen (die echter spoedig verdreven werden), in de 17,,*‘ eeuw gevolgd door Nederlanders, Engelschen en andermaal Portugeezen. In 1730 werd zij, behalve voor den Spaanschen en Japanschen handel, voor buitenlandsch verkeer gesloten; in 1841 maakten zich de Engelschen meester van de stad, en bij het verdrag van Nanking werd verblijf toegestaan aan een britschen consul en aan britsche onderdanen en werd de stad voor den wereldhandel heropend De strook water tusschen het eiland en het vasteland vormt een uitstekende, voor den wind beschutte haven, die, evenals de stad, versterkt is; de stad is verdeeld in een binnen- en buitenkwartier en is een der onzindelijkste steden ter wereld, volgens den Engelschen reiziger Fortune. Als handelsstad is zij van veel beteekenis; suiker, thee, ijzerwaren, porcelein, bamboes, papier enz. worden uitgevoerd, rijst, kamfer, ruw katoen en stoffen ingevoerd. Er is een beroemde Fo-tempel. A. is zetel van een Nederl. consulair ambtenaar voor Zuid-China en Formosa. — 95.000 inw.
