ZOMERANDIJVIE, v., vroege andijvie;
...APPEL, m. (-s), vroege appel die in den zomer rijp is en gegeten wordt;
...ARBEID, m. arbeid in den zomer verricht;
...AVOND, m. (-en), avond van een zomerdag, of van een zomerschen dag;
...BED, o.,
...BEDDING, v. bed of bedding eener rivier in den zomer;
...BEZOEK, o. (-en), bezoek dat men des zomers aflegt;
...BIER, o. bier dat *s zomers gedronken wordt, lagerbier; bier met meer hop gebrouwen dat tegen de zomerhitte kan;
...BLIK, m. (gew.) het weerlichten;
...BLOEM, v. (-en);
...BOTER, v. grasboter;
...BREEDTE, v. (-n), breedte eener rivier des zomers, in tegenst. met winterbreedte;
...BROEK, v. (-en);
...BUI, v. (-en), regenbui in den zomer;
...CONCERT, o. (-en);
...CURSUS, m. (-sen);
...CYPRES, m. (-sen), (plantk.) bezemvlas, studentenkruid;
...DAG, m. (-en), dag van den zomer; dag waarop de grootste hitte meer dan 25° C. is; aangenaam warme dag;
...DIENST, m. dienst des zomers (van stoombooten, spoortreinen, enz.);
...DIJK, m. (-en), kleine dijk;
...DOEK, m. (-en);
...DOS, m. zomerkleeding, zomergewaad; (fig.) natuur prijkt in zomerdos;
...DRACHT, v.;
...DRADEN, m. mv. vezels die gedurende den nazomer in de lage lucht zweven, herfstdraden;
...EIK, m. (-en), (plantk.) eik die alleen ’s zomers bladeren heeft, in tegenst met wintereik.