Gepubliceerd op 06-12-2018

ZAADKAS

betekenis & definitie

ZAADKAS, v. (-sen), (oliesl.) kast om zaad in te bergen;

...KELK, m. (-en), kelkvormig zaadvliesje;
...KEVER, m. (-s), voelersnuitkever (bruchus);
...KIEM, v. (-en), (plantk.) kiem in het zaad;
...KLEED, o. (-en), kleed waarop men het koolzaad dorscht;
...KLIER, v. (-en), zaadafscheidende klier;
...KNOP, m. (-pen), droge vrucht die het zaad bevat;
...KOEK, m. (-en), lijnkoek; plaat waarop het zaad in sommige planten bevestigd is;
...KOOL, v. (-en), kool die men in het zaad laat schieten;
...KOOPER, m. (-s), handelaar in zaad;
...KOOPSTER, v. (-s);
...KORREL, v. (-s), een enkel korreltje zaad;
...KRAAI, v. (-en), (nat. hist.) roek- of rokraaf (corvus frugeligus);
...KRAAM, v. (...kramen);
...KRUID, o. (plantk.) watermuur; zwamkruid;
...KUIF, v. (...ven), (plantk.) krans van haren op het zaad staande;
...LEIDER, m. (-s), (ontl.) geleider van het manlijk zaad, van de bijballen tot de zaadblaasjes;
...LOB, v. (-ben), (plantk.) kiemblad; de zaadlobben zijn de eerste, reeds in het zaad volkomen ontwikkelde bladen;
...LOOP, m. (ontl.) het ziekelijk wegvloeien van het teelvocht;
...LOOZING, v. (-en), loozing van het dierlijk zaad: onwillekeurige zaadloozing, pollutie;
...NAVEL, m. (-s), (plantk.) plaatsje waar het zaad vastgehecht was;
...NERF, v. (-ven), rand aan sommige zaden.