WITTEBROODSDAGEN, m. mv.,
...WEKEN, v. mv. (fig.) de eerste dagen of weken (van een gehuwd paar) na het voltrekken der echtverbintenis : zij zijn nog in hunne wittebroodsweken; de wittebroodsdagen zijn voorbij, nu hebt ge het zoo gemakkelijk niet meer;
...DEEG, o. deeg voor wittebrood;
...KIND, o. (-eren), bedorven kind;
...PAP, pap van stukken wittebrood in zoetemelk gekookt.